p. 4-5 (SEMESTER 1) Flashcards
lessenrooster
der Stundenplan
die Stundenpläne
strever
der Streber
luiwammes
der Faulpelz
lui zijn / luiigheid
faul sein
die Faulheit
zich dom voelen (2)
sich dumm fühlen
sich doof fühlen
opleiding die leidt tot een beroep
eine Berufsaufbildung
kapper
ein Friseur
een commercieel beroep
ein kaufmännischer Beruf
het beroep
DER Beruf(e)
einddiploma
der Studienabschluss
afstuderen (2)
absolvieren
das Studium abschließen
middelbare ASO-school
das Gymnasium
naar het middelbaar (ASO) gaan
aufs/ins Gymnasium gehen
naar ASO overschakelen
aufs/ins Gymnasium wechseln
de ASO-er (leerling in ASO)
der Gymnasiast(en)
naar school gaan
er geht in die Schule / zur Schule
eindexamen ASO ter voorbereiding op universitaire studies (2)
das Abitur (Deutschland) die Matura (Österreich und die Schweiz)
eindexamenkandidaat
der Abiturient
die Abiturientin
eindexamenrapport
das Abiturzeugnis
het rapport
das Zeugnis(se)
universiteit
studeren aan de universiteit
die Uni
an der Uni studieren
hogeschool
studeren aan de hogeschool
die Hochschule
an einer Hochschule studieren
een graad, een niveau binnen het secundair onderwijs
eine Stufe (erste Sekundarstufe, zweite Sekundarstufe)
zich voorbereiden op iets
sich auf etwas (akkusativ) vorbereiten
schoolvakanties
die Schulferien
klaslokaal
der Klassenraum
schoolbank
die Schulbank (-bänke)
naar de vijfde klas gaan
in die 5te Klasse gehen
een punt
eine Note
een beoordeling krijgen
eine Zensur bekommenn