onderzoeksvormen 1 en 2 Flashcards

1
Q

hoe bereken je relative risk?

A

RR= (a/(a+b)/(c/(c+d). hierbij is a degene die de zeikte hebben delen door de totale blootstellingsgroep (a+b) en dat delen door de zeikte zonder blootstelling (c) delen door totale groep niet blootgesteld (c+d). a en c mag je weglaten in de onderste breuk als het een zeldzame ziekte is.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

wanneer is de ziekte zeldzaam?

A

minder dan 5%

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

wanneer is de CIR gelijk aan de IRR (incidentie cijfer ratio)

A

als er een korte follow-up is.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

hoe bereken je CIR?

A

door CI na bijvoorbeeld 8 weken van de blootstellings groep te delen door de CI na 8 weken bij de niet-blootgestelde groep te delen. Ditzelfde geldt voor IRR.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

wat is het kenmerk van een experimenteel onderzoek?

A

bij een experiment is de onderzoeker degene die bepaalt wie de blootstelling krijgt en niet. maakt niet uit op welke manier dit wordt bepaald, kan gerandomiseerd zijn maar de onderzoeker blijft degene die zegt dit is eruit gekomen en jij krijgt de blootstelling wel en jij niet.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

wat is een synoniem voor een experimentele studie?

A

interventie studie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

welk onderscheid wordt er gemaakt binnen de observatiestudies?

A

cross-sectional studies en longitudinale studies.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

wat is een corss-sectionele studie?

A

hierbij meet je je blootstelling en je uitkomst gelijktijdig. ze kijken hier per definitie naar prevalenties.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

wat is een kritiek punt van een cross-sectionele studie?

A

reverse causality, oorzaak-gevolg relatie kan andersom zijn.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

wat zijn 3 voorbeelden van cross-sectionele studies?

A

diagnostisch onderzoek, meet-analyses (onderzoek naar bepaalde studies en gooit die dan op 1 hoop) en ecologische onderzoek (onderzoek naar populaties, bevolking etc.)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

welke 2 studies zijn longitudinaal?

A

case-control studie en cohort studie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

welke 3 soorten cohort studies zijn er?

A

prospectief, retrospectief en ambispectief (combi van beide). het kunnen closed of open cohort hebben.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

wat is het verschil tussen een open cohort en gesloten cohort?

A

bij een open cohort kunnen mensen meedoen en weer weggaan, er is een veranderende populatie. hierbij kan je het IR bepalen.
bij een gesloten cohort heb je blijft populatie zelfde grootte en kan je het CI bepalen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

wat is een case-report/case-control studie?

A

kan zowel inventief als observationeel zijn. je beschrijft 1 speciaal geval, bijvoorbeeld 1 patiënt met bepaalde ziekte of een bijwerkingen van 1 nieuw medicijn. deze studie wordt gebruikt bij als iets heel zeldzaam is.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

wat is het verschil tussen een cohort studie en een case-control studie

A

bij cohortstudie deel je eerst mensen in die wel of niet blootgesteld worden en dan ga je ze volgen en kijken naar de uitkomsten. bij case-control deel je mensen in die wel of niet de uitkomst hebben en dan ga je kijken wie wel of niet blootgesteld zijn.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly