Omgang met dissonant gedrag Flashcards
1
Q
Omgaan met dissonant gedrag
A
Vooral wanneer je iets doet wat niet echt overeenkomt met wat je in je hoofd hebt/had. ‘Ik geloof, maar ik deed…’
Externe rechtvaardiging
Contra-attitude gedrag
2
Q
Externe rechtvaardiging
A
‘ik had geen keuze’, ‘ik moest het nu doen’.
Reductie van dissonantie door te wijzen op een reden of verklaring voor het dissonante gedrag, die buiten jezelf ligt.
Als er geen externe rechtvaardiging (redenen) zijn, dan wordt het lastig. Je past dan je cognities (gedachten) aan. Je rechtvaardigt iets in jezelf.
3
Q
Contra-attitude gedrag
A
Nel, Helmrecht & Aronson
gedrag dat we vertonen, dat in strijd is met onze cognities (gedachten hierover).
Dit veroorzaakt dus hoge cognitieve dissonantie.
