OM hoofdstuk 10 Flashcards
wat is het verschil tussen de afhankelijke en onafhankelijke variabele?
onafhankelijke variabele: heeft invloed op de afhankelijke variabele. de
onafhankelijke variabele zorgt voor manipulatie in het experiment
afhankelijke variabele: hangt af van de
onafhankelijke variabele. Het is uitkomst die door de manipulatie ontstaat.
wat is een experimentele variabele?
dit is een variabele die je kan manipuleren
wat is een theoretische/construct variabele?
kan je niet direct meten, bijv. motivatie. Deze moeten we gaan operationaliseren/ zorgen dat ze meetbaar worden
wat is een geobserveerde/ gemeten variabele?
kan je gelijk meten/ je kan gelijk een hoeveelheid zien
wat is een positief effect van randomisatie? noem er 3
- randomisatie is de enige manier om twee of meer gelijke groepen te krijgen
- alle deelnemers hebben een gelijke kans om tot de experimentele groep toegewezen te worden
- belangrijk zodat je aan het eind kan zien wat de invloed van de onafhankelijke
variabele is op de afhankelijke variabele.
wat is aselecte toewijzing/ random assignment?
volgt na random sampling: je hebt verschillende condities in een onderzoek, wie komt in welke groep? Kan binnen willekeurige of binnen niet willekeurige steekproef. Dus eerst sample random uit populatie trekken en dan muntje flippen wie in welke groep komt, dat is random assignment
wat aselecte steekproeftrekking/random sampling?
random groepen kiezen uit de populatie, hieruit volgt je sample
welke fout kan er in randomisatie zitten(randomisatiefout)?
er wordt gewerkt met gemiddelden, hierdoor kan de verdeling weleens fout gaan en de groepen niet gelijk zijn vooraf aan het experiment. grotere kans hierop met kleine groepen
wat is een one group pretest posttest design?
wanneer je binnen 1 groep 1 manipulatie toevoegt tussen 2 metingen in.
toets-nieuwe lesmethode toevoegen-toets
wat kan je zeggen als er na het doen van een experiment met een one Group pretest posttest design een verschil te zien is in je metingen?
je kan zeggen dat er een statistische relatie is, je ziet dat wanneer je je manipulatie toevoegt er iets gebeurd. je mag echter niet zeggen dat je een causaal verband ziet, omdat er teveel ruimte is voor confounding
wat is de bedreiging van maturation/rijping, hoe los je dit op?
als een experiment langere tijd duurt kan bijv. de lesstof indalen bij leerlingen ongeacht de lesmethode. de leerlingen gaan een rijpingsproces door, ze ontwikkelen zichzelf.
op te lossen door controlegroep te gebruiken
wat is de bedreiging van history? hoe los je dit op?
invloeden van buitenaf waardoor er opeens verandering ontstaat. denk bijv. aan bijles tussen toetsen in. invloeden die samenvallen met de onafhankelijke variabelen die invloed hebben op de afhankelijke variabele.
controlegroep toepassen.
wat is de bedreiging van instrumentation? hoe los je dit op?
wanneer de meetinstrumenten die gebruikt worden voor de metingen niet gelijk zijn. bijv. de eerste toets is veel moeilijker dan de tweede toets
door pilottesting, een oefenmeting, kan je zien of er bij beide metingen zonder manipulatie hetzelfde wordt gescoord en kan je zien of de meetinstrumenten gelijk zijn
waarom kan je bij het one group pretest posttest design niet uitgaan van een causaal verband?
doordat er teveel ruimte is voor confounding in de vorm van maturation, history en instrumentation
wat is het herhaald meting design? en wat is counterbalancing? wat betekent dit voor de interne validiteit?
participanten worden eerst via random sampling (aselecte steekproef) verdeeld in groepen. hierna worden zowel de ene als de andere groep aan alle manipulaties blootgesteld.
A-B
B-A
dit heet ook wel counterbalancing, wanneer beide groepen aan beide manipulaties worden blootgesteld. dit is extra goed voor de interne validiteit, omdat je bij hele verschillende uitkomsten kan zien dat de randomisatie niet goed is gegaan.