Nieuwe Woorden Flashcards
1
Q
Spier
A
Muscle
2
Q
Gewoon
A
Ordinaire
3
Q
Horen
A
Entendre
4
Q
Hebben vast hast
A
Etre sûrement pressé
5
Q
Het Perron
A
Quai
6
Q
Halen
A
Attraper
7
Q
Opschieten
A
De depecher
8
Q
Zich opwinden
A
S’énerver