Middelen gerelateerde stoornissen Flashcards
Indeling drugs (verschillende types)
Sederend [Sedativa, Psycholecptica]
- Alcohol
- Barbitraten, opiaten, benzo’s
- Heroïne
Opwekkend [Analeptica]
- Nicotine, Caffeïne
- Cocaïne, Amfetamine
Bewustzijnsveranderend [Psychodysleptica] = psychotische symptomen
- LSD, XTC, MSMA, THC
Overdosis volgens Type drug
Psycholeptica (sederende) = Moe, slaap, coma, AH stop en dood
Analeptica (stimulantia) = Overprikkeling, ritme stoornissen
Psychodysleptica (psychose) = Psychose beeld
Alcohol probleem (freq, hoeveelheid, gevolgen)
- Levercirrose, tumoren, verslaving
- 10% ooit alcohol probleem in het leven
- Max 10u/week
- Gevolgen = 1/9 mannen en 1/13 vrouwen sterft DOOR alcohol
- 8.3% mannen > 22 E/Week alcohol
Hoe ga je alcohol misbruik bespreken met de pt?
CAGE vragenlijst:
- Cut Down?
- Ambetant gevoeld over opmerkingen?
- Guilty?
- Eye opener/ (alcohol nodig om de dag te starten)
2 x ja => Alcohol probleem => 11.1% van de Belgen
Tranquilizers
- Vrouwen
- Slaapmedicatie en sedativa
- > 4 weken gebruiken is groot verslavings risico
- Zolpidem + Benzodiazepines
Cannabis
- Jongere mensen
- Psychodyslepticum
- Klam, relax, minder initiatief
- Risico = trigger voor psychose
Treatment gap
Te weinig mensen worden behandeld. Vooral probleem bij de mensen die onderliggende affectieve stoornis hebben
We zien slechts 8-10% van de alcohol verslavingen in België + vaak is er een 18 jaar delay tussen verslaving en en hulpvraag
Voor niet verslavings problemen is er ook een treatment gap (schizo (18%) - depressie (45%), angst (62%))
Alcohol gerelateerde problematiek - stoornissen en en door gebruik
STOORNISSEN IN GEBRUIK:
- misbruik = Te Veel waardoor dysfunctie (werk etc)
- Afhankelijkelijkheid = kan niet zonder = verslaafd
STOORNISSEN DOOR GEBRUIK:
- Depressie, slaap problemen
- Geheugen problemen, dementie (chr. benzo of alcohol gebruik)
Middelen misbruik - criteria
1) Gevolgen minstens 1 in het laatste jaar + herhaaldelijk voorkomen ervan
- Werk of school missen
- Justitie
- Fysiek gevaarlijke situaties
- Sociale en relationele problemen en blijven gebruiken
2) Over gebruik
1) + 2) => Dx middelen misbruik
Afhankelijkheid - criteria
3 of meer van de volgende symptomen in het laatste jaar + overgebruik middel:
- Tolerantie (steeds meer nodig hebben)
- Controle verlies (grote hoeveelheden innemen)
- Veel vrije tijd gaat naar de drug
- Al de rest komt secundair (hobby, werk…)
- Gebruikt blijft ondanks weten dat ongezond
- Niet kunnen stoppen
- Afkick verschijnselen
vb. psycholeptica (sedativa) = bibberen, tremor, irritatie
vb. Opiaten = pijn
DSM V vs DSM IV
IV = misbruik vs afhankelijkheid V = substance use and addictive disorder, geen opdeling meer volgens type
V = Minstens 2 symptomen op 12 maand (van misbruik of afhankelijkheid) toegevoegd criterium is craving
2-3 = mild
4-5 = matig
> 6 = ernstige
Denkmodellen verslavingsproblematiek
Morele model = vrije wil (overschat vrije wil)
= je kan stoppen als je dat wilt
Farmacologische model = Demon drugs
= de pt kan er niets aan doen, alle fout bij de middelen
= War on drugs
Symptomatische model = onderliggende ziekte
= Misbruik is een symptoom van onderliggende aandoening, dus pak de oorzaak aan
= Blijkt niet te kloppen, verslaving is pathologie op zich
Medische model = verslaving is een ziekte
= Je bent verslaafd door de tollerantie en afkick verschijnselen = behandel je die dan is verslaving weg
= klopt niet want complexer dan dat (motivatie pt etc nodig)
Leer theoretisch = het is een aangeleerd gedrag
= de verslaving traint zichzelf (impulsiviteit, reward principe)
= Behandeling => CBG en exposure therapie
= Dual proces model van gedragsregulatie [verslaagde brein werkt op automatismen waar we geen controle over hebben = impulsief) = OPL/ afstand nemen van de lokatie waar drug gebruik
Sociologisch = Omgevingsfactoren, externe stressoren
Biopsychosociaal = integratie van de andere
- werk op medisch vlak (medisch model/farmacologie)
- gedragstherapie (Moreel/symptomatisch/leer theo)
- omgeving (sociologisch)
Ontwikkeling van verslavingen (factoren die een rol spelen)
1) Biologische factoren (aanleg voor verslaving) = PREDISPOSITIE
2) Psychologische factoren (temprament, ontdekken..) = PREDISPOSITIE
3) Sociaal (omgeving) = PREDISPOSITIE
4) PRECIPITATIE = onder 1-2-3 zijn er subfactoren zoals vrienden, werk, personelijke events etc die de kans groter maken
5) Defensie mechanismen = PERPETUATIE = waarom blijven ze gebruiken, welke excuses gebruiken ze voor zichzelf om niet te moeten stoppen of om geen hulp te moeten zoeken =
- verantwoording (zware dag gehad)
- Ontkenning, defensief, stoer doen
- Normaliseren
- Projecteren (Fout ligt ergens anders)
- Rationaliseren
=> Dit proces kan heel ver doorgaan tot heel het leven geruineerd is door de drug
Waarom ontstaat verslaving?
Hersen circuits aangelegd als baby (honger > ween > eten > Reward gevoel > Gedrag opnieuw stellen)
=> Neuronale circuits ontwikkelen
De hersenen trainen zichzelf adhv pos bekrachtiging
+ De hersenen onthouden beter bij pos bekrachtiging
+ Focus op belonging
Verslaving is gevolg van evolutionair systeem die onze hersenen gaat belonen als we iets goed doen / gewenst gedrag stellen => Interessant voor overleving
Belongingssysteem
Ventraal tegmentum => Nc Accumbens => Cortex
Via dopamine
= The Triune brain model = Reptiel brein => Limbisch => Cortex = BASALE BELONINGSYSTEEM