Meetinstrumenten HOC Flashcards

1
Q

Noem de 7 aanbevolen meetinstrumenten bij een CVA

A
  1. TCT
  2. BBS
  3. 10mlt
  4. MI
  5. FAC
  6. FAT
  7. BI
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is het verschil tussen een score op de BBS van boven de 43 of onder de 43?

A

onder de 43: aanzienlijk valrisico bij zelfstandig lopen

boven de 43: lopen met een loophulpmiddel waarschijnlijk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is het verschil tussen een score op de BBS van boven de 45 of onder de 45?

A

Onder de 45: volledig afhankelijk van hulpmiddelen en/of supervisie
Boven de 45: onafhankelijke en zekere uitvoering zonder fysieke en verbale hulp.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is de MDC bij de BBS?

A

5 punten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Hoeveel moet de snelheid bij een 10mlt minimaal zijn om binnenshuis zelfstandig te kunnen functioneren?

A

> 0,58 m/sec oftewel: 17,2 seconden over 10 meter.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Hoeveel moet de snelheid bij een 10MLT minimaal zijn om een straat over te kunnen steken?

A

> 0,77 m/sec oftewel 13 seconden over 10 meter.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Hoeveel categorien kent de FAC?

A

6, FAC 0-5

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat zegt een FAC 0

A

Niet of niet functioneel, een patient kan niet lopen of heeft hierbij hulp nodig.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat zegt een FAC 1

A

afhankelijk, patient heeft continue stevige ondersteunign nodig van 1 persoon om het gewicht te dragen en balans te houden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat zegt een FAC 2?

A

afhankelijk, patient heeft voordurend of met tussenposen hulp nodig bij het bewaren van de balans of de coordinatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat zegt een FAC 3?

A

Supervisie, patient heeft voor de veiligheid supervisie nodig van een persoon en behoeft hooguit verbale begeleiding tijdens het lopen. Heeft geen fysiek contact nodig.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat zegt een FAC 4?

A

Onafhankelijk beperkt. Patient kan zelfstandig lopen op een vlakke ondergrond, maar kan niet veilig traplopen, hellingen nemen of op oneffen ondergronden lopen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat zegt een FAC 5?

A

onafhankelijk beperkt, patient kan zelfstandig lopen op een vlakke ondergrond, op oneffen ondergrond, op hellingen en kan traplopen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat betekent een hogere score bij de Barthel index?

A

Een hogere score wil zeggen een hogere mate van onafhankelijkheid.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Bij welke BI score is een patient volledig zelfstandig?

A

20

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Bij welke BI score is een patient redelijk tot goed zelfstandig?

A

15-19

17
Q

Bij welke BI score heeft een patient hulp nodig maar doet hij ook veel zelf?

A

10-14

18
Q

Bij welke BI score is een patient ernstig hulpbehoevend?

A

5-9

19
Q

Bij welke BI score is een patient volledig hulpbehoevend?

A

0-4

20
Q

Wat wil een hoge score op de MI zeggen?

A

hoge mate van kracht.

21
Q

Wat zijn de aanbevolen meetinstrumenten bij Parkinson?

A

GAS

Intakevragenlijst

22
Q

Wat zijn de aanbevolen meetinstrumenten bij COPD?

A
  1. MRC
  2. 6mwt
  3. SWT
  4. HHD
  5. CCQ
  6. CRQ
  7. SGRQ
  8. QoLRIQ
  9. GEE
23
Q

Wat zijn de aanbevolen meetinstrumenten bij hartrevalidatie?

A
  1. Borg RPE
  2. SWT
  3. 6MWT
  4. Pi MAX meter
  5. Maximaal test
  6. PSK
24
Q

Wat zijn de aanbevolen meetinstrumenten bij Reumatoide artritis

A
  1. NPRS
  2. NRS
  3. 6mwt
  4. HAQ-DI
  5. PSK
  6. Quick DASH
  7. Mets methode
  8. WPAI
  9. RAQoL
  10. IPAQ-SF
25
Q

Wat zijn de aanbevolen meetinstrumenten bij Osteoporose

A
  1. flexiecurve ruler
  2. HHD
  3. Goniometer
  4. TUGT
  5. TCS
  6. Osteocombinorm
26
Q

Wat is de formule van Karvonen?

A

HFopt=HFrust + (HFmax-HFrust) x X%, waarbij x de trainingsintensiteit is.