Magnetisch onderzoek Flashcards

1
Q

Zijn RVS en duplex geschikt voor MT?

A

Nee, RVS is niet magnetisch, duplex onvoldoende magnetisch

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is het voordeel van het werken met een gelijkstroom magneet?

A

Geen skin-effect door stroomwisselingen, dus dieptewerking, maar indicaties worden breder en vager

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is pereabiliteit?

A

Dit is de magnetiseerbaarheid: hoe goed kunnen de geinduceerde magneetvelden in het metaal?

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is de noodzaak van een filter bij de UV-lamp?

A

Dit filtert het schadelijk UV-C, maar ook het teveel aan wit licht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is het verschil tussen 1000 lux en 1000 microW/m²?

A

Dit is niet hetzelfde. De uW/m² is de lichtintesiteit, aangepast aan het menselijk oog

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat zijn de voorwaarden voor het toepassen van MT?

A

Defecten hoeven niet open te zijn Vervuiling heeft minder negatief effect op de gevoeligheid MT werkt alleen op goed magnetiseerbare matgerialen (ferromagnetiseerbare matgerialen)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is het skin-effect?

A

Door het wisselend spannignsveld ontstaat een magnetisch veld dat zich concentreert langs de oppervlakte van het object

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

BHoe is de verdeling van magneetvelden die agv gelijkstroom zijn opgewekt?

A

Bevinden zich gelijkmatig over de hele doorsnede

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Leg het principe uit van magnetisch onderzoek?

A

Met externe bvbron object polariseren. Ter plaatse van een disconituiteit zal het magnetisch veld uittreden

Door het lekveld ontstaat plaatselijk een polenpaar

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat is de veldsterkte en waar is deze van afhankelijk?

Is dit aangelegd of geinduceerd?

A

De kracht van het magneetveld

Afh van de poolkracht, afstand tot de pool

Aangelegd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Hoe duiden we de veldsterkte in het materiaal?

Hoe duiden we dit fysisch?

A

Opgewekt veld

Magnetische fluxdichtheid B

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Hoe noem je de relatie tussen het geinduceerd veld en het opgewekt veld?

Geef formule

A

Magnetische permeabiliteit

B= mu x H

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat is de magentisch permeabiliteit en uit welke twee delen bestaat deze?

A

Mate waarin het materiaal te magnetiseren is

Absoluut: de permeabiliteit in vacuum

Relatief: permeabiliteit tov vacuum

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Toon de grafiek van de magnetische permeabiliteit in een ferro-magnetisch materiaal

Hoe wordt deze magnetiseerkromme ook genoemd?

A

Verhouding tussen H op de x-as en B op de y-as

Loopt eerst snel op, zal daarna afvlakken tot uiteindelijk het verzadeigingspunt

Magnetiseerkromme

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat gebeurt er met het materiaal nadeat het magneet veld wordt weggehaald?

Geef in de magnetiseerkromme het remanent veld en de coercitiefkracht aan

A

Moeilijk erin is moeilijk eruit

Remanent veld is op de y-as: restant van geinduceerd veld

Coercitief kracht: x-as: restant van aangebrachte veldsterkte

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Onderverdeel de onderzoeks methode voor de continue hoofdgroep

A

Direct: stroom door object

Stroomdoorgangtechniek: circulair veld ontstaat door stroom door object 12-36 A / mm

Indirect: enkel magnetisme gaat door object

Centrale geleider techniek: langsspeoltechniek

Spoeltechniek: spoel om object

Juk of yoke-techneik

17
Q

Leg uit wat de juktechniek is

Hoe wordt veldsterkte geverifieerd?

A

Stroom wordt door de spoel geleid. Magneetveld loopt tussen polen. Veldsterkte geverifieerd door hefvermogen

18
Q

Hoe kunnen de indicaties alleen worden aangetoond?

Oplossen?

A

Wanneer ze loodrecht op het geinduceerd veld liggen

In twee richtingen uitvoeren

19
Q

Welke testmiddelen zijn er?

A

Kleurcontrast: zwart-wit

Helderheidscontrast: fluoriscerend (geel groen)

20
Q

Wat zijn de voorwaarden voor de testdeeltjes?

A

Goede magnetiseerbare eigenschappen, maar een klein remanent veld

21
Q

Vertel wat over natte testmiddelen

A

In water of olie opgelost. Mengsel: ronde (hoge mobiliteit) en langwerpige (richtinggevoeligheid)

22
Q

Welke kwaliteitscontroles worden gedaan op het testmedium?

A

Temperatuur, concentraat testdeeltjes in suspensie

Procescontroles: hele magnetisch proces gecontroleerd en/of getest op gevoeligheid

23
Q

Wat controleren testblokjes of indicatoren?

A

Aanwezigheid (relatieve) veldsterkte

Richting van het magneetveld

Kwaliteit van het testmiddel

24
Q

Geeff een indeling van gevonden indicaties

A
  1. Werkelijke indicaties: veroorzaakt door een echte onvolkomenheid
  2. Schijn indicaties: veroorzaakt door een geometrische afwijking waar testdeeltjes gaan ophopen
  3. Valse indicaties: veroorzaakt door onnauwkeurig werken
25
Q

Wat zijn de voordelen van magnetiwsch onderzoek?

A
  • Snel uitvoerbaar en relatief goedkoop
  • Kleine defecten kunnen opgespoord worden
  • Gevoelig voor defecten aan oppervlak, vooral scheuren
  • Kan defecten net onder opp opsporen
  • Hoeft niuet in lab te worden uitgevoerd
  • Odnerzoek ook mogelijk bij hoge T
  • Weinig beperkingen tav vorm en afmetingen
26
Q

Wat zijn de nadelen van magentisch onderzoek?

A
  1. Alleen toepasbaar op gerromagnetische materialen
  2. Die;er liggende defecten worden niet opgespoord
  3. Onderdeel moet goed toegankelijk en zichtbaar zijn
  4. Coatinglagen beperken de gevoeligheid van het onderzoek aanzienlijk
  5. Richtingsgeovelig: onderzoek in twee richtingen noodzakelijk
  6. Remanent magnetisme kan kinderlijk zijn in volgende bewerkingen
  7. Juiste interpretatie vraagt om een ervaren NDOer
27
Q
A