Maatschappijleer TW4 Flashcards
Pluriforme samenleving
Een samenleving waarin mensen met verschillende opvattingen, gedragingen, levensbeschouwingen, religies, culturen, gewoonten en gebruiken mogelijk zijn.
Cultuur
Het geheel van waarden, normen, gewoonten en uitingsvormen die mensen met elkaar delen en vaak als vanzelfsprekend beschouwen.
Waarden
Opvattingen binnen een samenleving of groep over wat goed en juist is en daarom moet worden nagestreefd.
Normen
Opvattingen over hoe je je op grond van bepaalde waarden moet gedragen.
Dominante cultuur
Het geheel van waarden, normen en andere kenmerken dat door de grootste groep mensen in een samenleving wordt geaccepteerd.
Subcultuur
Een groep met eigen waarden, normen en andere kenmerken die afwijken van de dominante cultuur.
Tegencultuur
Groepen die zich verzetten tegen (delen) van de dominante cultuur of daar zelfs een bedreiging voor vormen.
Collectieve cultuur
Cultuur waarbinnen de belangen van de groep/familie belangijker zijn dan die van het individu.
Individuele cultuur
Individualistische cultuur
Cultuur waarbinnen de belangen van het individu belangrijker zijn dan die van de groep/familie.
Wij-groep
Een groep mensen waarbinnen iemand zich thuis voelt en waarmee men een bepaalde mate van binding voelt.
Zij-groep
Een groep mensen waarmee iemand geen binding voelt en die buiten de wij-groep worden gehouden.
Identiteit
Het beeld dat iemand van zichzelf heeft en naar buiten uitdraagt.
Persoonlijke identiteit
Aangeboren en aangeleerde delen van de identiteit. Bijvoorbeeld lengte en muzieksmaak.
Sociale identiteit
Delen van de identiteit die iemand ontleent aan groepen waar ze bijhoren.
Nature/nurture-debat
Debat over in hoeverre gedrag wordt beïnvloed door aangeleerd gedrag en in hoeverre het wordt beïnvloed door genetische factoren.
Sociale controle
Leden van een groep letten erop dat anderen zich gedragen zoals van hen verwacht wordt. Gewenst gedrag wordt beloond en/of ongewenst gedrag wordt gestraft.
Socialisatie
Cultuuroverdracht; het proces waarin iemand de waarden, normen en andere kenmerken van de groep aangeleerd krijgt en eigen maakt.
Imitatie
Leerproces van socialisatie door anderen gewoon na te doen zonder erbij na te denken.
Acculturatie
Wanneer je op latere leeftijd expliciet de normen en waarden van een andere cultuur moet aanleren.
Enculturatie
Wanneer je al vanaf je geboorte de cultuur van een groep meekrijgt.
Autoritaire opvoeding
Opvoeding waarbij er strenge regels zijn waar kinderen niet van af mogen wijken.
Verwaarlozende opvoeding
Opvoeding waar kinderen weinig aandacht krijgen van hun ouders en weinig regels hebben.