maatschappijleer hfds 2 Flashcards
legaliteitsbeginsel
volgens dit beginsel mag de overheid alleen de vrijheid van
burgers inperken als de rechtmatigheid van die beperking vastgelegd in wetten en regels die door het parlement zijn aangenomen
heerschappij van de wet
iedereen, ook de overheid, moet zich aan de wet houden
rechtszekerheid
dat burgers kunnen vertrouwen op de wet en dus ook op de
staat die deze volgt.
normen
ongeschreven regels die in de maatschappij zijn bijvoorbeeld instappen na de mensen die uit moeten stappen.
Wetten of rechtsnormen
gedragregels of voorschriften die door de overheid wettelijk zijn vastgelegd (geschreven regels)
het recht
Geheel van in wetten vastgestelde regels
rechtsorde
Geheel van rechtsregels en rechtsbeginselen en de manier waarop het recht is georganiseerd noem je
soeverein
Als die op een bepaald, duidelijke begrensd gebied het hoogste gezag uitoefent en het geweldsmonopolie heeft
Politiek
gaat over het maken van keuzes waar aan alle in een staat zijn gebonden
directe democratie
dat het volk alles regeert
Indirecte democratie of representatieve democratie
de volk vertegenwoordigers kiezen die de beslissingen nemen
en aan de hand van de bevolking verantwoording moeten afleggen over hun beleid
parlementaire stelsel
Bij parlementaire stelsels, kiest de bevolking via verkiezingen een parlement, een volksvertegenwoordiging (parlement = hoogste machtsorgaan)
constitutionele monarchie
Een constitutionele monarchie is een monarchie waarbij de positie van de monarch in een grondwet is geregeld
Autoritaire regime
Is een staatsvorm die gebruikt wordt door bijvoorbeeld Noord-Korea en Iran.
Een meest voorkomende voor van zo’n reine is een dictatuur
Indoctrinatie
de bevolking kiest liever een sterke leider die het land vertegenwoordigt
Theocratie
de machtsuitoefeningen zijn vaak helemaal gebaseerd op een religie
Militaire regime
het leger staat dan aan de macht
Linke standpunt
willen een sterke actieve rolbanen de overheid op het gebied van economie, uitkeringen, onderwijs en gezondheidszorg
Rechtse standpunt
willen weinig bemoeienis van de overheid op sociaal-economisch gebied, mensen zijn zelfs verantwoordelijk voor een goed bestaan.
Politieke midden
als de ideologie tussen rechts en links zit