Lesson 3 Flashcards
1
Q
Bescheidenheid
A
Modesty
2
Q
Besluiten
A
Determine
3
Q
Betrokken
A
Involved
4
Q
Bevooroordeeld
A
Prejudiced
5
Q
Bewondering
A
Admiration
6
Q
Bijnaam
A
Nickname
7
Q
Binnenlands
A
Domestic
8
Q
Broer of zus
A
Siblings
9
Q
Competitie/dividie
A
League
10
Q
De wereld ligt aan je voeten
A
The worlds your oyster
11
Q
Enorm
A
Vast
12
Q
Geestelijk
A
Mentally
13
Q
Gelegenheid
A
Opportunity
14
Q
Genezen
A
Heal
15
Q
Gevoelig
A
Sensitive