les 4 hoofdstuk 9 Flashcards

1
Q

wat is motivatie?

A

Motivatie is de aanzet, de richting, de intensiteit en het volhouden van onze lichamelijke en psychische activiteiten. Motieven zijn innerlijke drijfveren om op een bepaalde manier te handelen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

wat is TAT? door wie ontwikkeld?

A

Thematic apperception test, door Henry Murray. dit is een test om intrinsieke motivatie te testen door het kijken naar plaatjes, omschrijving te geven. Dit geeft dan een grote prestatiedrang of geringe prestatiedrang (plaatje jongetje viool)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is n Ach?

A

need for achievement, David mc Clelland. Aanduiding voor grote of kleine prestatiedrang.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is PMT?

A

prestatiemotivatietest door Hubert Heremans. meet prestatiemotief, positieve en negatieve faalangst.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

wat is overrechtvaardiging?

A

extrinsieke beloning verdringt intrinsieke motivatie omdat de beloning geen rekening houdt met de kwaliteit van de prestatie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

wat is flow?

A

iemand wordt intrinsiek gemotiveerd door een probleem of activiteit.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat bepaalt de prioriteit van motivaties?

A

evolutiepsychologen hebben de theorie van Maslow herzien en zeggen dat prioriteit wordt gemaakt door:
1. functionele factoren
2, proximale factoren
3. ontwikkelingsfactoren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

wat is instincttheorie?

A

verouderd idee, motivatie wordt bepaald door aangeboren factoren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

wat zijn gefixeerde gedachtenpatronen?

A

ander woord voor instinct, dus gedragspatroon wordt bepaalt door aangeboren factoren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

wat is de drijfveertheorie?

A

modernere naam voor instincttheorie, verschil is dat de drijfveertheorie niet alleen labelt zoals de instinctheorie maar ook een verklaring geeft.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

noem een voorbeeld van een biologische drijfveer

A

dorst

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat doet een drijfveer?

A

een drijfveer motiveert tot handelen door de spanning weg te nemen die door de biologische drijfveer is gestart, dit heet drive reduction.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

wat is homeostase?

A

het lichaam wil in evenwicht zijn, dorst wil dus de homeostase herstellen door te drinken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

wat verklaard de drijfveertheorie niet?

A

waarom we toch dingen doen, terwijl we in homeostase zijn.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat zeg Freud over motivatie?

A

Motivatie komt uit het onbewuste ID (Eros sex en Thanatos agressie)
om psychische problemen te voorkomen moeten we een uitlaatklep hebben voor Eros(door creativiteit) en Thanatos (door vloeken). De ontwikkeling van een persoon is ook bepalend.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat zegt Maslow over motivatie?

A

de behoefte hierachie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

hoe hebben evolutiepsychologen de behoeftehierachie van Maslow herzien?

A
  1. motivatieprioriteit is veranderlijk staat niet vast
  2. mensen hebben niet allemaal dezelfde prioriteiten
  3. de behoefte hierachie is vloeiend en veranderlijk door functioneel, proximaal en ontwikkelingsanalyseniveua,
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

wat is functioneel analyseniveau?

A

dit onderzoekt het nut van een motief in samenhang met overleving en reproductie

19
Q

Wat is proximaal analyseniveau?

A

direct aanwezige prikkels die motieven aanzetten (geur van versgebakken brood)

20
Q

ontwikkelings analyse niveau?

A

afhankelijk van de fase in je leven zijn er andere motieven belangrijk

21
Q

Wat is ZDT?

A

Zelf determinatie theorie van Deci en Ryan 2002. Mensen zijn van nature proactief in het vormgeven van hun omgeving. Mensen zijn gericht op groei en integratie.

22
Q

Aan welke behoeften moet zijn voldaan volgens de ZDT?

A
  1. autonomie, 2 competentie, 3 verbondenheid. Als aan deze behoeften wordt voldaan zal de mens groeien en goed functioneren. Extrinsieke motivatoren doen er niet toe omdat ZDT uitgaat van intrinsieke motivatie en vrije wil.
23
Q

Welke vijf biologische aspecten spelen bij honger? (biologische benadering van honger)

A
  1. homeostatische meganisme
  2. Detectoren in de maag
  3. hersenmeganisme die honger reguleren
  4. voorkeuren van beloningssysteem (zout, zoet en vet vanuit evolutie)
  5. Beweging (veel bewegen is honger, weinig bewegen onderukt honger.)
24
Q

Wat is de psychologische benadering van honger?

A

emoties, stress, leren (behoefte aan eten om 6 uur of als de tv aangaat) en cultuur.

25
Q

Welke eetstoornissen zijn er?

A

Anorexia nervosa en boulimia nervosa

26
Q

hoe ontstaat overgewicht?

A

NIET: gebrek aan wilskracht,
WAARSCHIJNLIJK WEL: te grote porties, beschikbaarheid vet/zoet eten, genetica, lichaamsbeweging, slaaptekort, biologische vanuit evolutie veel eten voor slechtere tijden.

27
Q

Wat is wilskracht?

A

Wilskracht geeft een label, geen verklaring

28
Q

Wat wel ipv wilskracht?

A

Zelfbeheersing en impulscontrole omdat deze wel middels hersenmeganisme en omgevingsinvloeden worden verklaard.

29
Q

verklaar waarom zelfbeheersing een biologische basis heeft?

A

het is een cognitieve bron die uitgeput kan raken en is meetbaar in het bloed (lager bloedsuiker)

30
Q

Welke biologische aspecten spelen bij sexuele motivatie?

A

Sex zorgt voor overleving van de genen.

31
Q

Wat zijn de sexuele responscirkels?

A
  1. verlangen, 2 opwinding, 3, orgasme, 4 herstel. Volgens Masters en Johnson zijn de responscirkels tussen mannen en vrouwen bijna gelijk. vrouwen zijn iets trager en kunnen meerdere orgasmes hebben.
32
Q

Hoe motiveren emoties ons?

A

Emoties helpen in de omgang met situaties en helpen bij het uitleggen van bedoelingen van anderen.

33
Q

Wat is emotie volgens Nico Frijda? (4voudig proces in respons) of te wel de componenten theorie van emoties.

A

emotie heeft te maken met:
1. fysiologische arousal (lichamelijke sensaties passend bij emoties)
2. cognitieve interpretatie (gebeurtenis krijgt betekenis)
3. subjectieve gevoelens (herinneringen + hersenen nemen huidige toestand van lichaam waar)
4. gedragsmatige espressie (reactie in gedrag op gebeurtenis)
emoties helpen het organisme om te gaan met belangrijke gebeurtenissen.

34
Q

welke 2 emoties zijn er volgens Nico Frijda?

A
  1. primaire emoties (puur als in vreugde angst etc)

2. secundaire emoties (in relatie tot omgeving of context dus sociale emoties als trots, schaamte medelijden hoop etc)

35
Q

Wat is een somatische marker?

A

hersenen hebben een emotioneel lichaamsbeeld opgeslagen volgens Antonio Darmassio

36
Q

Hoe spelen spiegel neuronen een rol bij emoties?

A

hersenen raken geactiveerd door bijv, zielige film oid he voelt wat de ander voelt.

37
Q

Welke rol speelt evolutie bij emoties?

A

onze meest basale emoties komen op in situaties die van invloed zijn op onze overleving of voortplanting.

38
Q

welke rol speelt emotie bij het nemen van beslissingen?

A

emoties helpen ons omdat ze ons helpen bij het inschatten van alternatieven.

39
Q

Welke 6 elementaire emoties zijn er volgens Caroll Izard?

A

interesse, Blij, Bedroefd, Boos, Bang afgrijzen.

40
Q

Welke 7 elementaire emoties zijn er volgens PAul Ekman?

A

deze 7 zijn waarschijnlijk biologisch verankerd:

1. Blij, Bedroefd,Boos, Bang afkeer, minachting en verassing.

41
Q

Wat is de conus of kegel van Robert Plutchik?

A

we hebben 8 elementaire emoties (Blij, Bang, Bedroefd, Boos, walging, waakzaamheid, bewondering, verwondering) die we kunnen vermengen tot groter aantal secundaire emoties)

42
Q

Wat zijn uitingsregels?

A

De manier waarop een emotie in een bepaalde samenleving geuit mag worden.

43
Q

Wat motiveert ons?

A

intrinsieke motivatie, extrinsieke motivatie.