les 31 samengestelde zin Flashcards

1
Q

enkelvoudige zin

A

een persoonsvorm

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

samengestelde zin

A

twee of meerdere persoonsvormen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

samengestelde zin met nevenschikking

A

er worden twee of meer gelijkwaardige zinnen verbonden door middel van een nevenschikkend voegwoord

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

nevenschikkend voegwoord

A

en, of, maar, want, dus, of ,

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

samengestelde zin met onderschikking

A

worden niet gelijkwaardige zinnen met elkaar verbonden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

onderschikkend voegwoord

A

als, omdat, dat, terwijl

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

betrekkelijk voornaamwoord

A

die, dat

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q
A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly