Kraaiachtigen Flashcards

1
Q

Zijn kraaiachtigen cultuurvolgers of cultuurvluchters?

A

Cultuurvolgers, ze passen zich perfect aan aan veranderende omstandigheden in Vlaanderen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Worden ze geclassificeerd aan een wildsoort, zo ja welke?

A

Neen, ze zijn niet geclassificeerd als wild.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Hoe komt de zwarte kraai voor?

A

Het is een territoriaal dier, de volwassen dieren leven in paren. Jongere en niet broedende dieren komen in een grotere groep voor.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wanneer is de zwarte kraai geslachtsrijp?

A

Op het 2de levensjaar.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Hoeveel legsels heeft de zwarte kraai per jaar?

A

1 per jaar.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Waar maakt de zwarte kraai haar nest?

A

NOOIT in de top van een boom.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Waar veroorzaakt de zwarte kraai veel schade?

A

Aan het zangvogelbestand, het wildbestand en de professionele teelt van gewassen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Hoe komt de roek voor?

A

De roek is een sociale vogel en leeft in kolonies.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat eet de roek?

A

insecten en larven, hij is compleet onschadelijk.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Hoe komt de raaf voor?

A

De raaf leeft solitair of in koppelverband.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat is het verschil tussen de raaf en de zwarte kraai?

A

De raaf heeft een wigvormige staart en de zwarte kraai een bolvormige. (raaf is ook groter).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Waar maakt de ekster een nest?

A

In de top van een boom, soms met een dak.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Waar veroorzaakt de ekster veel schade?

A

De ekster veroorzaakt schade aan het wildbestand.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Waar veroorzaakt de gaai veel schade?

A

Aan de professionele fruitteelt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Waar verricht de kauw veel schade?

A

Aan de professionele teelt en in de broedperiode van nesten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly