kindermishandeling week 1 Flashcards

1
Q

hoeveel kinderen in NL is lahctoffer van kindermishandeling

A

26 tot 37 op de 1000 kinderen, alleen gevallen gesignaleerd door beroepskrachten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

hvl overlijden in NL

A

15 tot 40 kinderen , wss ondeerschatting

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

lichamelijke mishandeling

A

het toebrengen van verwondingen door het gebruik van fysiek geweld , vrouwelijke genitale verminking valt er ook onder

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

psychische of emotionele mishandeling

A

stelselmatig vernederen, kleineren, pesten, bang maken , toeschreeuwen etc. ook getuige zijn van huiselijk gewelde

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

verwaarlozing

A

bij lichamelijk verwaarlozen wordt het kind onthouden wat voor zijn/haar lichamelijke gezondheid en ontwikkeling nodig heeftp

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

psychische verwaarlzing

A

het kind wordt dan onthouden wat voor zijn / haar geestelijke gezondheid en ontwikkeling nodig heeft

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

pedagogische verwaarlozing

A

ouders voeren dan de taak van opvoeden met de bijbehorende verantwoordelijkheden om het kind in zijn/haar ontwikkeling adequaat te ondersteunen en stimuleren onvoldoende uit/ (te weinig grenzen stellen, verwenne, geen interesse)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

risico factoren van ouders die tot mishandeling overgaan

A

ouders die zelf zijn mishandeld, verslaafde ouders zorgt voor gebrekkige impulscontrole, ouders zonder een ondersteunende partner

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

factoren bij het kind die tot mishandeling kunnen zorgen

A

een verstandelijk beperkte kind, persoonlijkheidsproblematiek. adhd, autisme

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

kindermishandeling door falsificatie

A

munchhausen by proxy

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

huiselijk geweld

A

lichamelijk, geestelijk of seksueel geweld of bedreigin gdaarmee dor iemand uit de huiselijke kring; familielid, huisgenoot of mantelzorger

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

typen huiselijk gewdl

A

partner terreur, situationele geweld, gewelddadig verzet, geweld bij scheidingen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

type daders

A

psychopatische partnermishandelaars, overgeremde, cyclische

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

soorten slachtoffers

A

incidentele en chronische

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

oorzaak van huiselijk geweld

A

meerdere factoren zoals psychologisch en persoonlijkw

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

geweldsspiraal en geweldscyclus

A

periode van oplopende spanning , aanloop naar nieuw geweld, nieuwe geweldsuitbarsting, periode van ontspanning

17
Q

kenmerken van mishandelende mannen

A

behoefte aan controle over het gezin

18
Q

partnergeweld

A

vaak brengt de ene persoon in de relatie in eerste instantie bepaalde punten naar voren, de andere persoon ervaart dit als kritiek en hierdoor ontstaat een spanningsveld. vervolgens bouwen de spanningen zich op

19
Q

risicofactoren bij slachtoffer partnergeweld

A

gebrek aan sociale vaardigheden en waarbaarheid, slechte coping mechanismen, isolement en afhankelijkheid van de dader, psychiatrische en persoonlijkheidsproblematiek, lage intelligentie, situationele of persoonlijke stress, verslavingsproblematiek, eerdere mishandeling in een relatie en mishandeling als kind , cultureel bepaalde tolerantie ten aanzien van geweld

20
Q

oudermishandeling

A

geweld door kinderen en jongvolwasenen tot 24jaar gepleegd tegen 1/beide ouders . Niet incidentele gevallen van psychische en.of fysiek geweld met een niet-dodelijk afloop

21
Q

vermoeden dat er sprake is bij oudermsihandeling

A

pedagogisceh onmacht in samengang met kindfactoren die het kind moeilijker mkaen

22
Q

risico factoren bij het kind voor oudermishandeling

A

moeilijk temperament, wispelturig gedrag, slechte hechting tusse nkind en ouder, psychosociale en/of gedragskenmerkne, al dan niet toe te scrhijven aan psychiatrische problematiek

23
Q

risicofactoren bij de ouders voor oudermsihadneling

A

situationele of persoonlijke stress, verslaving, psychiatrische problemaitke. financiele problemen, conflicten tusen ouders, echtscheidin, sociaal isolement van gezin, fysieke en of psychische zwakheid, vergevingsgezindheid, eenzaamheid

24
Q

zaken die degelijk wetenschappelijk onderzoek naar de etiologie van kindermishandeling lastig maken

A

1)kindermishandeling heeft geen eenduidige definitie
2)verschillende mishandelingsvormen komen vaak tegelijk voor en gezinnen waarin sprake is van mishandeling kampen vaak met meerdere problemen
3)accuraat vaststellen welke kinderen wel en welke niet mishandeld worden is lastig, mishandeling is moeilijk vast te stellen vanwege dat er multidisciplinair onderzoek voor nodig is, hierdoor is er een onderschatting van de werkelijke aantallen van kindermishandeling

25
Q

monocausale theorieen kindermishandeling

A

hierbij staat 1 oorzaak centraal, gehechtheidstheorie bowlby en ainsworth, leertheoretisch perspectief, cognitief georienteerde verklaring

26
Q

leerheoretisch perspectief

A

weinig aandacht voor de gehechtheid en mentale processen, centraal stat dat kindermishandeling een mentaal proces is.

27
Q

gehechtheidstheorie bowlby en ainsworth

A

gesteld wordt dat mishandeling veroorzaakt wordt door een slechte ouder-kind relatie. In zo een relatie kan de ouder vel stress hebben door gedrag van het kind, wat kan leiden tot msihandeling/verwarlozing kind . Volgens dergelijke verklaringen liggen afwijkende mentale processen bij de ouder ten grondslag aan een negatieve en niet responsieve band met het kind

28
Q

multicausale theorieen

A

1)belsky kwam met een sociaal ecologisch model of de ecologische visie van brondenbrenner, die als eerste stelde dat de ontwikkeling van het kind vormgegeven wordt door biologische processen , de inteactie tussen kind en sociale omgeving, interactie tussen sociale systemen in deo mgevin van het kind
2)chichheti en rizley transactioneel model
3)transitioneel model van wolfe

29
Q

beslky beschreef dat het risico op kindermishandeling wordt bepaald door de intractie tussen risico en ebeschermende factoren op 4 niveaus;

A

1)het verleden van ouders/verzorgers die hun kind mishandelen
2)eigenschappen van het kind en het gezin
3)eigenschappen van werk ouders/gverzrogers, sociale steun voor het geizn
4)de houding/atittude van de maatschappij ten aanzien van kinderen kindermsihadneling

30
Q

cichheti en rizley transactioneel model

A

ze stellen dat risicofactoren voor kindermishandeling bestaan uit kenmerken van ouders, het kind, en/of de sociale omgevin gvan het kind
transacties zouden elkaar wederzijds beinvloeden en bepalend zijn in het risico op mishandeling

31
Q

transitioneel model van wolfde

A

waarin kindermishandeling beschouwd wordt als escalerend oudergedrag. Mishandeling resultaat van een steeds negatiever wordende ouder 0 en kind interactie in een omgeving waarin meer risico- dan beschermende factoren aanwezig zijn.
dit is uitgebredi met 3 ontwikkelinsstadia;
1)factoren die aanwezig zijn die agressie stimuleren en stresstolerantie verminderen
2)factoren die leiden tot onvoldoende crisismanagement en provocatie
3)ontstaan van gewoontepatronen van agressie en gespannenheid bij gezinsleden

32
Q
A