jeugddelinquentie week 6 Flashcards

1
Q

het bureaulade effect

A

er is in het algemeen weinig aandacht voor de schadelijke effecten van interventies. Bij onderzoeken waarui blijkt dat er geen of schadelijke effecten van zijn interventies, zien we vaak dat deze niet gepubliceerd worden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

studie naar schadelijke effecten an interventie ; resultaat

A

jonge adolescenten met een hoog risico op delinquent gedrag hebben een grote kans op verslechtering van probleemgedrag in een groep met leeftijdsgenotenev

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

deviancy training

A

positieve reacties op overtredend gedrag zorgen voor toenama can dat gedrag . conclusie= juist oudere en meer deviante kinderen zijn het meest kwetsbaar voor de schadelijke interventies met leedtijdsgenoten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

mst-psb

A

multi systeem therapie voor jongeren met seksueel overschrijdend gedrag

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

doelgroep mstb

A

10-18, met seksueel grensoverschrijdend gedrag (en evt. antisociaal/crimineel gedrag)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

locatie mst-psb

A

natuurlijke omgeving , in de familie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

behandeling mst psb

A

eerst gericht op ouders daarna op jongeren (dit is heel belangrijk, want de ouders zelf worden ingezet in de behandeling

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

gericht op (mst-psb)

A

schoolparticipatie, minder contact negatieve vrienden, uitbreiden activiteiten/sport/bijbaan

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

therapeut mst-psb

A

bezoekt het gezin meerdere keren per week en is 24-7 bereikbaar

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

duur mst psb

A

kortdurend meestal 5-7 maanden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

wat is het doel van mst psb

A

door inzet van het systeem om de jongere heen, wordt geprobeerd om een langdurige corrigerende omgeving te realiserena

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

faseringen mst psb

A

wordt gekenmerkt door 3 fases:
1)opheldering probleemgedrag
dader en ouders moeten het seksueel grensoverschrijdend gedrag (als probematisch erkennen) en ze moeten ook erkennen dat de verantwoordelijkheid bij de dader ligt. in deze fase vindt delictanalyse plaats
2)risicoreductie en veiligheidsplan
risicos verkleinen dat het gedrag opnieuw voorkomt, dus er wordt een plan opgesteld om dit te verwezenlijken
3)hereniging
-als binnen familie is en wederzijdse goedkeuring is

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

risicoreductie en veiligheidsplan

A

risico’s verkleinen dat het gedrag opnieuw voorkomt dus er wordt een plan opgesteld om dit te verwezenlijken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

rgt

A

een gezinsbehandeling voor jongeren tussen 12-18 met externaliserende gedragsproblemen, waaronder het plegen van delicten. De behandeling is voor het gehele gezin bedoeld

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

behandeldoelen rgt

A

Het verminderen van externaliserende gedragsproblemen van de jongere en het terugdringen van het recidiverisico
Daarvoor wordt gewerkt aan de volgende punten
1)jongere en ouders kunnen constructiever en positiever met elkaar communiceren
2)jongere en ouders kunnen beter problemen oplossen en conflicten hanteren
3)ouders kunnen effectievere opvoedingsvaardigheden toepassen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

fasering rgt

A

1)verbinden
het probleemgedrag wordt besproken en hoe iedereen hier een rol in speelt
2)veranderren: relevante risicofactoren aanpakken door specifieke vaardigheden aan te leren
3)verbreden
verbreden van behaalde resultaten buiten het gezin en omgaan met en voorkomen van een terugvalw

17
Q

varianten
bij rgt

A

er zijn een aantal aanpassingen gedaan om zo verschillende doelgroepen te kunen helpen:
1)delictgedrag
2)type gezin (bijv. eenoudergezin)
3)culturele achtergronde

18
Q

een kenmerk van gezinsinterventies

A

is om goed aan te sluiten bij het gezin

19
Q
A