jeugddelinquentie week 5 Flashcards

h8, 14, 15,16,21 ji

1
Q

Martinson 1974

A

Overzicht van ruim 200 onderzoeken, relatie tussen behandelmethoden en recidive: geen noemenswaardig effect van behandelmethoden op recidive

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

2 verschillende reacties op dat er geen noemswaardig merkbaar effect van behandelmethoden op recidive is

A

1)traditionele straffen zijn weinig effectief
2)alternatieve interventies zijn weinig effectief

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

1wat zijn voor voorwaarden voor effectieve vormen van straffen

A

onvermijdelijk, onmiddelijk, voldoende zwaar, gevarieerd, begrijpelijk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

beginselen van effectiviteit

A

rnr model,
risico beginsel; de intensiteit van de reactie wordt afgestemd op de mate van risico dat de dader recidiveert
behoefte beginsel; interventies moeten zich richten op criminogene factoren; kenmerken, riisicofactoren en problemen van de dader die direct samengangen met het delinquent gedrag
rresponsiviteitsbeginsel; intervenites moeten aangepast worden aan de intellectuele en sociale vaardigheden van de persoon

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

toegevoegd in het boek aan rnr model

A

-beginsel van behandelmodaliteit; interventies moeten zich richten op de veelheid van criminogene behoeften en niet maar op enkele
-beginsel van programma integriteit; interventies moeten uitgevoerd owrden zoals ze bedacht zijn
-professionaliteitsbeginsel
-beginsel gemeenschapsgeorienteerd; intervenites moeten zo dicht mogelijk bij de betrokkenen worden uitgevoerd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

mentoringsvormen die in nl ontwikkeld zijn

A

coaching
match
youth at risk
jim

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

halt intevrentie

A

begint bij een aanhouding door de politie met bureau onderzoek, politie kan doorverwijzen naar Halt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

uitkomsten effecten onderzoek halt

A

VErgelijkign jongere met haltafdoening en niet halt afdoening: geen verschil in recidive patroon, geen verschil in ernst en frequentie van strafbare feiten na afdoening,j ongeren met halt afdoening maken zich erna vaker schuldig aan vernielingen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

twee kanttekeningen van halt

A

vergelijking condities; halt is niet vergelekn met een niet half straf
uitkomstmaten; er is geen gerichte koppeling gemaakt tussen het delict waarvoor een jongere naar halt gestuurd is en recidive voor dat specifieke delict

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

tools 4 u

A

een taakstraf waarbij gebruik wordt gemaakt van individuele cognitieve en sociale vaardigheidstraining
-bedoeld voor jongeren tussen 12-18
-doel is vaardigheden leren om de kans op het plegen van nieuwe delicten te verminderen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

technieke toools4 u

A

gedragsuitoefeningen, pen en papier training, registratie opdrachten, thermometer , eerste hulp kaart

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

hoe vindt de diagnositek plaats bij tools 4 u (omdat de trainig wordt aangepast op persoonlijke behoeften, vindt er eerst diagnostiek plaatst

A

competenties; welke vaardigheden zou je willen elren en delictanalyse ; er wordt gekeken naar risicofactoren en beschermende factoren en kosten-baten analyse

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

jeugdige veelplegers kenmerken

A

jongeren die heel veel delicten plegen en voortdurend in aanraking komen met justitie ,, veel psychiatrische kenmerken
psychiatrische problematiek en meervoudige complexe problematiek

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

uitgangspunten tools 4 u

A

behoeftebeginsel,, responsiviteitsbeginsel, gemeenschapsgeorienteerd, behandelodaliteit, professionaliteitsbeginsel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

coaching

A

dit programma richt zich op jongeren vanaf 14. Worden gekoppeld aan vrijwilliger uit de buurt, om nieuwe vaardigheden te leren. Bleek uit onderzoek effectief, minder probleemgedrag en beter functioneren in relaties buiten het gezin

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

match

A

doel is ondersteuning bieden aan kinderen zodat zij beter kunnen functioneren in het dagelijks leven en zelfredzaamheid vergroot wordt. Doelgroep is 14-24. Het is een preventief mentorprogramma. het richt zich op kinderen die het risico lopen om problemen te gaan vertonen

15
Q

youth at risk

A

richt zich op multi probleemjongeren, op 4 of meer leefgebieden. Het helpt jongeren in te zien dat zij zelf verantwoordelijkheid hebben voor hun dader
bestaat uit drie fases;
1)voortraject (gemotiveerd worden om mee te doen)
2)residentie; intensieve trainingsweek op loca
3)vervolgtraject (negen maanden werken aan zelfgestelde doelen)

16
Q

psychotherapie inidividuele veelplegers

A

Bewustwording: mentaliseren (gedachten/gevoelens van jezelf en anderen begrijpen)
en veiligheid.
- Schematherapie (schema = filter waarmee mensen de wereld om zich heen
interpreteren, ordenen en voorspellen)
Er zijn drie copingsmechanismes om met schema’s om te gaan: eraan overgeven, vermijden en overcompensatie. De jonge veelplegers doen voornamelijk aan vermijden.
- Motiverende gespreksvoering
Belangrijke strategieën bij motiverende gespreksvorming: empathie uitdrukken, discussie vermijden, versterken van zelfeffectiviteit, gebruikmaken van weerstand en cognitieve dissonantie.

17
Q

Levenslang crimineel?
De veelplegers starten gemiddeld op 13 jarige leeftijd en op hun 25e blijkt 50% al 3 jaar te zijn gestopt en 60% twee jaar te zijn gestopt.

A