Italiaans 1-12 Flashcards
1
Q
hij is mooi
A
è bello
2
Q
ze is prachtig
A
è meravigliosa
3
Q
het is fijn
A
è carino
4
Q
wat prachtig!
A
che meraviglia!
5
Q
wat denk je?
A
cosa pensi?
6
Q
ik denk dat het … is
A
penso che sia …
7
Q
ik denk dat het cool is
A
penso che sia mitico
8
Q
ik denk dat het te groot is
A
penso che sia troppo grande
9
Q
ik ook
A
anch’io
10
Q
ik ook niet
A
neanch’io
11
Q
ik denk het niet
A
penso di no