Idioom duits deel 6 Flashcards
1
Q
anrufen
A
opbellen
2
Q
der Vorschlag
A
het voorstel
3
Q
ablehnen
A
afwijzen
4
Q
in Betracht kommen
A
in aanmerking komen
5
Q
betrachten
A
beschouwen
6
Q
die Auskunft
A
de informatie
7
Q
die Nachricht
A
het bericht
8
Q
benachrichtigen
A
op de hoogte brengen
9
Q
der Streit
A
de ruzie
10
Q
bestätigen
A
bevestigen
11
Q
sich beteiligen
A
deelnemen
12
Q
beteiligt sein
A
betrokken zijn
13
Q
beteiligt sein
A
betrokken zijn