Hoorcollege 4 Flashcards

1
Q

Migratiestromen naar Nederland

A
  1. Migratie naar Nederland is een langdurig proces beïnvloed door historische, economische, politieke en hedendaagse factoren
  2. Diverse migratiestromen zoals (ex-)koloniale migratie, arbeidsmigratie en asiel migratie
  3. Mondialisering, oorlogen en economische omstandigheden spelen een belangrijke rol in migratiegeschiedenis
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Definitie van migratie

A
  1. Migratie verwijst naar het verplaatsen van mensen van de ene plaats naar de andere plaats, vaak om economische, politieke of sociale redenen
  2. Verschillende soorten migratiestromen, zoals vrijwillige, gedwongen, economische en politieke migratie
  3. Migratie kan binnenlandse of internationale landsgrenzen overschrijden
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

(Ex-)koloniale migratie

A
  1. Migranten uit voormalige Nederlandse koloniën zoals bijvoorbeeld Indonesië, de Antillen en Suriname
  2. Deze groepen hebben bijgedragen aan de diverse samenleving van Nederland
  3. Na de onafhankelijkheid van deze landen kwamen veel migranten naar Nederland om diverse redenen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Gastarbeiders

A
  1. In de jaren ‘60 kwamen veel arbeidsmigranten onder andere uit Turkije, Italië, Griekenland en Marokko naar Nederland
  2. Dit was een reactie op het tekort aan arbeidskrachten in sectoren zoals de industrie
  3. Veel van de gastarbeiders vestigden zich permanent en brachten hun gezinnen over (gezinshereniging)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Huidige migratiestromen

A
  1. Sinds de jaren 2000 zien we een toename van arbeidsmigranten uit Oost-Europa
  2. Recente vluchtelingenstromen uit oorlogsgebieden zoals Syrië
  3. Migratiepatronen zijn sterk beïnvloed door wereldwijde crises, zoals de Oekraïne oorlog
  4. 2015 migratiecrisis = gebrek aan echte Europese solidariteit en samenwerking
  5. 2022 Oekraïne oorlog = gezamenlijke respons en coördinatie
  6. 3% van de wereldbevolking ‘on the move’
  7. Politiek gevoelig
  8. Verandert samenlevingen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Culturele invloed van migratie

A
  1. Mensen met een migratieachtergrond hebben bijgedragen aan de culturele diversiteit van Nederland
  2. Nieuwe keukens, talen en tradities werden onderdeel van het dagelijkse leven
  3. Superdiversiteit, vooral zichtbaar in stedelijke gebieden zoals Amsterdam en Rotterdam
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Economische invloed van migratie

A
  1. Migranten spelen een belangrijke rol in de Nederlandse economie
  2. Ze werken in cruciale sectoren zoals de bouw, landbouw en dienstverlening
  3. Migratie helpt bij het opvullen van tekorten op de arbeidsmarkt, vooral in laagbetaalde banen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Demografische veranderingen door migratie

A
  1. Migratie heeft geleid tot veranderingen in bevolkingssamenstelling van Nederland
  2. Groei van multiculturele gemeenschappen
  3. Vergrijzing van de bevolking en de noodzaak van jonge arbeidskrachten
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Diversiteit in het samenleven

A
  1. Jongeren met migratieachtergrond steeds vaker naar theoretisch onderwijs
  2. Arbeidsmarktperspectief verbeterd
  3. Meer op Nederland georiënteerd en ook assertiever
  4. Werknemers uit Oost-Europese landen van belang voor arbeidsmarkt
  5. Uitdagingen = gezondheid, huisvesting etc.
  6. In grootstedelijke buurten superdiversiteit
  7. Meerderheid van de bevolking afkomstig uit een veelheid aan landen van herkomst –> mengeling van talen, culturen, religies, gewoonten en sociale posities
  8. Veel westerse samenlevingen opgeschrokken door populisme, nationalisme en toenemende polarisatie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Indelingen van groepen

A
  1. Ras = sociaal geconstrueerd begrip dat verwijst nar biologische verschillen die er nauwelijks zijn
  2. Pas relevant als de leden van een samenleving besluiten dat een bepaald lichamelijk kenmerk (zoals huidskleur of vorm van de ogen) ertoe doet
  3. In Nederland spreken we van etnische groepen, precieze scheidslijnen ook sociaal geconstrueerd
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Reacties van de samenleving

A
  1. Discriminatie is de ongelijke behandeling van verschillende categorieën mensen
  2. Vooroordelen –> attitudes en opvattingen
  3. Discriminatie –> handelen
  4. Cultuurtheorie = vooroordelen zijn in culturen geworteld; we leren bij sommige categorieën mensen meer afstand te voelen
  5. Conflicttheorie = mensen die de macht hebben gebruiken vooroordelen om de bevolking onder controle te houden
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Integratie

A

Een persoon of groep is geïntegreerd in de Nederlandse samenleving wanneer er sprake is van:
1. Gelijke juridische positie
2. Gelijkwaardige deelname op sociaaleconomisch terrein
3. Kennis van de Nederlandse taal
4. Gangbare waarden, normen en gedragspatronen worden gerespecteerd
5. Integratie is een tweezijdig proces waarbij zowel migranten als de ontvangende samenleving zich aanpassen
6. Voor vol worden aangezien en eerlijk worden behandeld

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Assimilatie

A
  1. Assimilatie verwijst naar het proces waarbij migranten hun culturele identiteit opgeven en de cultuur van het ontvangende land overnemen
  2. Vergelijking met integratie: assimilatie kan leiden tot verlies van diversiteit
  3. Voordelen en nadelen van assimilatie worden vaak bediscussieerd
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Segregatie

A
  1. Segregatie ontstaat wanneer verschillende bevolkingsgroepen gescheiden van elkaar leven
  2. Dit kan leiden tot sociale ongelijkheid en beperkte interactie tussen groepen
  3. De gevolgen van segregatie zijn vaak negatief, zoals minder toegang tot onderwijs en werk
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Marginalisatie

A
  1. Marginalisatie verwijst naar het proces waarbij bepaalde groepen worden uitgesloten van de samenleving
  2. Migranten en minderheidsgroepen kunnen te maken krijgen met discriminatie en uitsluiting
  3. Dit heeft negatieve effecten op hun economische en sociale positie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Recente migratiedata

A
  1. Recente cijfers van het CBS tonen een stijging van de migratiestromen naar Nederland
  2. In 2022 waren er 35.500 eerste asielaanvragen, lager dan de piek van 2015
  3. Migratie blijft een belangrijke factor voor de bevolkingsgroei en arbeidsmarkt
17
Q

Huidige trends in migratie

A
  1. De asiel en de oorlog in Oekraïne hebben de migratiestromen beïnvloed
  2. Arbeidsmigratie uit Oost-Europa blijft belangrijk voor sectoren zoals de landbouw en logistiek
  3. De politieke discussie over migratie blijft sterk gepolariseerd