hoofstuk 7&8 PMI Flashcards

1
Q

waar staat ORCWE voor?

A
observeer
registreer
classificeer 
waardeer
evalueer
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

wat moet een rollenspeler kunnen?

A
  • situaties creëren waarin de kandidaat zijn kwaliteiten kan laten zien
  • competenties oproepen (platforms)
  • verschillende rollen spelen binnen het rollenspel
  • acteertalent, beoordelingsvermogen, repertoire aan gedragsveranderingen
  • standaardisatie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat houdt de sign benadering in?

A

reacties en gedragingen zijn indicatoren voor dieperliggende persoonlijkheidstrekken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat houdt de sample benadering in?

A

gedrag in nagebootste, voor de functie relevante situaties heeft voorspellende waarde voor gedrag in de toekomst

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

wat houdt fact finding in?

A

aan de hand van een klein beetje informatie, opzoek gaan naar meer door stellen van juiste vragen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

wat houdt analyse-presentatie opdracht in?

A

voorbereiding waarin de kandidaat een visie ontwikkeld om het probleem op te lossen die de kandidaat vervolgens mag presenteren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

wat zijn biodata en biografische vragenlijsten?

A

vragenlijsten waarbij vooraf is vastgesteld wat de goede antwoorden zijn over opleiding, persoon, attitudes en ervaringen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

wat zijn de voordelen van biodata en biografische vragenlijsten?

A

afname = snel en goedkoop, geeft veel verschillende info, hoge validiteit

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

wat zijn de nadelen van biodata en biografische vragenlijsten?

A

kosten voor de constructie kunnen duur worden, meet men wel wat hij wil meten, kan als remmende kracht werken, kandidaten kunnen zich onrechtvaardig behandeld voelen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

wat houdt een situationele test in?

A

meten of iemand de effectiviteit van verschillende gedragsalternatieven in een functie of in een competentiedomein accuraat kan beoordelen.
meet kennis en inzicht.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

wat is emotionele competentie?

A

het vermogen om met zowel eigen als andermans emoties zo om te gaan dat het een effectieve bijdrage levert aan de uitvoering van taken of het bereiken van doelen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

welke drie onderliggende processen geeft men aan bij emotionele competentie?

A

kijken (observeren emotie)
denken (wat zijn passende reacties)
doen (actie ondernemen)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly