hoofdstuk 4: redenen om ethisch te kiezen Flashcards

1
Q

deugd

A

karakterhouding die een mens tijdens zijn leven door oefening en met verstand moet ontplooien

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

arete

A

deugd, voortreffelijkheid, goedheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

eudaimonia

A

geluk/ geslaagd leven

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

deugdenethiek volgens Aristoteles

A
  • we streven arete na om eudaimonia te bereiken
  • pad naar eudaimonia verloopt voor iedereen anders
  • deugd houdt steeds het midden tussen twee extremen
  • rede helpt ons dat midden te vinden
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

teologie van aristoteles

A
  • alles wat leeft is gestuurd door een doel (telos)
  • doel zit vervat in de vorm
  • vorm van de mens is de rationele ziel
    ⮕ doel van de mens:
    via de rede (animal rationale) bereiken van een geslaagd en gelukkig leven (eudaimonia)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

potentie

A

dat wat iets of iemand in aanleg heeft en in theorie kan worden, maar nog niet zijn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

act

A

de realisatie van de potentie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

de 4 kardinale deugden

A
  • wijsheid
  • rechtvaardigheid
  • moed
  • gematigdheid
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

hoe kweken we voortreffelijke eigenschappen

A

We hebben als mens de taak om onszelf optimaal te verwezenlijken en dus om succesvol te zijn. Dat doen we door de vier kardinale deugden optimaal aan te spreken. Zo kunnen we onze potentie optimaal verwezenlijken en kweken we voortreffelijke eigenschappen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

morele activiteit

A
  • deugdzaamheid via weloverwogen handelen
  • weloverwogen keuzes op basis van onze redelijkheid
  • redelijkheid moet aangeleerd worden
  • vele redelijke, weloverwogen handelingen
    ⮕komt na verloopt van tijd zelf
    ⮕de deugdzaamheid
    ⮕ voortreffelijke eigenschap
  • als voortreffelijke persoon komen we dichter bij eudaimonia
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

emotie

A

gevoelens waarmee genot of pijn gepaard gaan

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

vermogen

A

de mogelijkheid om die emoties te laten blijken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

dispositie

A

de gekozen houding ten opzicht van een bepaalde emotie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

hoe is de deugd een dispositie

A
  • wie er vaak voor kiest om een bepaalde dispositie aan te nemen, zal een vaste dispositie ontwikkelen
  • wie er vaak voor kiest empathisch te zijn, zal uiteindelijk empathisch worden. De dispositie wordt zo een tweede deugdzame natuur
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

hedendaagse deugdenethiek

A
  • nadruk op rol van emoties en ‘deugdzaam zijn’
  • plichtenethiek+ gevolgenethiek
  • deugdenethiek
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

plichtenethiek+ gevolgenethiek

A

focus op rationele overweging voor de juiste handeling

17
Q

deugdenethiek

A

aandacht voor de mens als emotioneel wezen en het goede wezen van de mens

18
Q

basisidee zorgethiek

A
  • mens is afhankelijke van de zorg van anderen
  • mens is een zorgend wezen
  • DUS: zorg voor elkaar is de essentiële en goede eigenschap
19
Q

basisprincipes zorgethiek

A
  • focus op praktische problemen en hoe ze op te lossen via communicatie
  • geen algemene regels voor een handeling, elke situatie is anders
  • geen sprake van plicht, het gaat om de juiste houding hebben
  • niet enkel focus op inhoudelijke taak, maar altijd over de relatie tussen individuen
20
Q

feministische ethiek volgens Carol Giligan

A
  • kritiek op Kohlberg: te androcentrisch
    -meisjes benadrukten vaker comm
    -past minder in idee van post-conventionele algemene ethische principes
    -scoorden volgens Kohlberg daardoor lager
  • vrouwen redeneren niet minder, maar anders
  • ontstaan van feministische zorgethiek
  • verschil tussen mannen en vrouwen leidt tot verschil in ethiek
21
Q

Feministische ethiek volgens Nancy Fraser

A
  • the crisis of care
  • sinds kapitalisme
    -werk - man - buitenhuis - politieke sfeer
    -zorg - vrouw - binnenshuis - private sfeer
    -moederschapsideologie vs vaderschapsideologie
    -twee sferen zorgen voor balans en welvaart
  • model zorgt voor eenzijdige opvatting van zorgethiek
  • noodzakelijk om zorg ook in mannelijke sfeer binnen te brengen
22
Q

Joan Tronto

A
  • vervrouwelijking van de zorg
    -gevolge van kapitalistische ideologie
  • politiek moet
    -terug neutraal worden
    -meer vanuit zorg redeneren
23
Q

Tronto: zorg in politiek

A
  • rechtvaardigheidsbenadering
    -universele rechten erkennen
    -deze rechten garanderen en verdedigen
    -legt de focus op gelijkheid
  • zorgbenadering
    -particuliere behoeften erkennen
    -focust op gelijkwaardigheid en erkent dat niet iedereen gelijk is
    -stelt vast dat niet iedereen zijn rechten gelijk kan opeisen
  • erken alle noodzakelijke zorgelementen en neem ze gelijkwaardig op
  • behandel mensen ongelijk in functie van gelijkwaardigheid
  • vertrek vanuit de vraag: wat hebben mensen nodig
24
Q

kritiek op de zorgethiek

A
  • legt focus op praktijk en kan dus moeilijk als algemene theorie dienen
  • volgens zorgethiek ontstaat zorg als gevolg van een relatie tussen twee mensen, maar wat dan met de ethiek tussen vreemden
  • omwille van de noodzakelijke relatie is onpartijdigheid onmogelijk