hoofdstuk 18 Flashcards

1
Q

wat zijn mineralen

A

mineralen bestaan uit een of meer chemische elementen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

wat zijn gesteenten

A

gesteenten bestaan uit een of meerdere mineralen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

wat is verwering

A

afbraak van materialen door mechanische of chemische proces

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

wat is erosie

A

transport en opname van los materiaal door vb zwaartekracht of rivieren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

losse sedimentaire gesteenten

A

zand leem klei grind

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

vaste sedimentaire gesteenten

A

zandsteen kleisteen kalksteen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

wat is diagenese

A

vaste sedimentaire gesteenten onstaan door het verkitten van de losse korrels

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

grind

A

conglomeraat

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

zand

A

zandsteen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

kalk

A

kalksteen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

klei

A

kleisteen of schalie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

wat gebeurt er bij subductie

A

gesteenten worden blootgesteld aan hoge druk en temperatuur

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

wat is metamorfose

A

kristalstructuur veranderd van de gesteente maar niet de chemische samenstelling

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

kleisteen

A

leisteen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

kalksteen

A

marmer

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

zandsteen

A

kwartsiet

17
Q

graniet

A

gneiss

18
Q

wat als de plaat volledig opsmelt na subductie

A

het hersmelt naar magma en na stollen creert dit magmatische gesteenten

19
Q

wat zijn diepte/ganggesteenten

A

het ontstaan na trage stolling ondergronds, grote kristallen

20
Q

wat zijn uitvloeiingsgesteenten

A

ontstaan na uitvloeiing, kleine kristallen en soms luchtbellen