Hoofdstuk 1: Introductie Flashcards
1
Q
Het brein is een orgaan dat bestaat uit zenuwweefsel. Hoe noemen we de cellen die hier in zitten?
A
Zenuwcellen:
- Neuronen
- Gliacellen
2
Q
Waar draait intelligentie om?
A
Niet om het gewicht van de hersenen, maar om het aantal verbindingen
3
Q
Encefalisatiequotiënt EQ
A
Hersengewicht/verwacht hersengewicht op basis van lichaamsvolume –> De mens heeft het grootste EQ
4
Q
Hoe kon ons brein zo groot worden?
A
- Leefwijze = fruit eten / vuur om te koken (hierdoor meer tijd voor socialisatie en voor verteren van eten/ sociale groepsgrootte
- Efficiënte koeling = bloedcirculatie in het brein werkt als een radiator, hoog metabolisme
- Neotenie = vertraagde ontwikkeling; eigenschappen uit juveniele fase van voorouders blijven behouden in volwassen afstammelingen