Hoofdstuk 1 fascisme - begrippen Flashcards

1
Q

reactionaire ideologie

A

een ideologie van mensen die terug wilden naar een toestand uit het verleden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

illiberaal regime

A

het negeert het belang en de rechten van het individu en verwacht dat die als een collectief samenwerken ter meerdere eer en glorie van de staat.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

personencultus

A

het ophemelen en idealiseren van iemand tot zelfs hem aanbidden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

staatspolitie

A

is het instrument voor de uitoefening van een machtswillekeur
ze kunnen iedereen behalve de leider aanpakken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

mussolini

A

italiaanse dictator en stond voor het fascisme

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

fasces

A

symbool van het fascisme
een bundel samengebonden roeden met middenin een bijl ( symbool oude Rome, orde en tucht en recht op leven en dood)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

irrationalisme

A

hierin worden logica, rede en onderzoek verworpen en worden instincten en gevoelens als superieur beschouwd.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

gelijkheidsgedachte

A

dit gaat uit van het idee dat alle mensen, ongeacht geloof, geslacht, afkomst, … gelijk zijn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

imperialisme

A

je macht willen uitbreiden door gebieden te veroveren en te beheersen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Era fascista

A

een nieuwe jaartelling die begon met de mars op Rome

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

autoritaire staat

A

een staat waar de heersers alle macht heeft en waar ze geen verantwoording dient af te leggen aan het door hen geregeerde volk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

verdrag van lateranen

A

= de oplossing voor het probleem tussen kerk en de Italiaanse staat

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Vaticaanstad

A

een nieuwe kerkelijke staat die is kunnen ontstaan door het verdrag van Lateranen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

liberale vrijheden

A

is het idee dat je je als individu zo vrij mogelijk moet kunnen ontplooien en je niet beknot mag worden in de manieren om die vrijheid te bereiken.
je mag wel niet iemands anders vrijheid beperken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

parlementaire democratie

A

is de politiek met een parlement dat zo vrij mogelijk verkozen moet kunnen worden.
de uitvoerende macht moet gesteund worden door een meerderheid van het verkozen parlement.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

volkssoevereiniteit

A

het idee dat het volk de grootste macht heeft
ze geven de heersers de toestemming om hen te besturen, maar wordt er misbruik van gemaakt hebben ze het recht om in opstand te komen.

17
Q

trias politica

A

scheiding der machten