Hoofdstuk 1 fascisme - begrippen Flashcards
reactionaire ideologie
een ideologie van mensen die terug wilden naar een toestand uit het verleden
illiberaal regime
het negeert het belang en de rechten van het individu en verwacht dat die als een collectief samenwerken ter meerdere eer en glorie van de staat.
personencultus
het ophemelen en idealiseren van iemand tot zelfs hem aanbidden
staatspolitie
is het instrument voor de uitoefening van een machtswillekeur
ze kunnen iedereen behalve de leider aanpakken
mussolini
italiaanse dictator en stond voor het fascisme
fasces
symbool van het fascisme
een bundel samengebonden roeden met middenin een bijl ( symbool oude Rome, orde en tucht en recht op leven en dood)
irrationalisme
hierin worden logica, rede en onderzoek verworpen en worden instincten en gevoelens als superieur beschouwd.
gelijkheidsgedachte
dit gaat uit van het idee dat alle mensen, ongeacht geloof, geslacht, afkomst, … gelijk zijn
imperialisme
je macht willen uitbreiden door gebieden te veroveren en te beheersen
Era fascista
een nieuwe jaartelling die begon met de mars op Rome
autoritaire staat
een staat waar de heersers alle macht heeft en waar ze geen verantwoording dient af te leggen aan het door hen geregeerde volk
verdrag van lateranen
= de oplossing voor het probleem tussen kerk en de Italiaanse staat
Vaticaanstad
een nieuwe kerkelijke staat die is kunnen ontstaan door het verdrag van Lateranen
liberale vrijheden
is het idee dat je je als individu zo vrij mogelijk moet kunnen ontplooien en je niet beknot mag worden in de manieren om die vrijheid te bereiken.
je mag wel niet iemands anders vrijheid beperken.
parlementaire democratie
is de politiek met een parlement dat zo vrij mogelijk verkozen moet kunnen worden.
de uitvoerende macht moet gesteund worden door een meerderheid van het verkozen parlement.