HC.6: Risicofactoren voor osteoporose Flashcards
Definitie osteoporose
Osteoporose is een afwijking van het gehele skelet gekenmerkt door een verlaging van de botmassa en een verlies in de onderlinge samenhang van botkalkjes resulterend in een verhoogde kans op een fractuur
Epidemiologie osteoporose
Osteoporotische patienten: 800.000
- Vrouwen : mannen –> 80 : 20
Gediagnosticeerde patiënten: 160.000 (20%)
Adequaat behandeld: 32.000
Meest voorkomende osteoporotische fracturen
Wervel
Heup
Pols
Klinische gevolgen van wervelfracturen
Acute en chronische pijn
Kyfose
Lengteverlies
Afname beweeglijkheid
Uirpuilen buik, reflux en andere GE klachten
Kortademigheid
Depressie
Verlies onafhankelijkheid
Risicofactoren osteoporotische fractuur
Leeftijd
Geslacht
Botmineraaldichtheid
Prevalente fractuur
Positieve familie anamnese
Gewicht/lengte
Corticosteroïdgebruik
Immobiliteit
Vallen
Effect veroudering op osteoporose
Botverlies
Vermindering kwaliteit van bot
- Verhoging botombouwactiviteit
- Vermindering van de onderlinge samenhang van botbalkjes
- Verandering samenstelling botmatrix
Skelet onafhankelijke factoren
- Vallen
- Reactie op vallen
- Absorptie val
Rol van RANKL bij postmenopauzale osteoporose
Afname oestrogeen: overproductie RANKL –> verhoogde botresorptie
Verklaring lagere fractuurincidentie bij mannen
Kortere levensverwachting
Hogere piekbotmassa
Grotere botten
Ander patroon van leeftijdgerelateerd botverlies
Ontbreken van versneld botverlies tijdens menopauze
Osteoporose bij mannen
Veel vaker een secundaire factor dan bij vrouwen
Belangrijkste oorzaken
- Overmatig alcohol gebruik
- Gebruik corticosteroiden
- Testosteron deficientie
Glucocorticoid geïnduceerde osteoporose
Vooral remming botaanmaak door versterkte apoptose osteoblasten en osteocyten
Ook effecten via andere orgaansystemen
Snel verlies BMD na starten, deels herstel na staken
Effecten afhankelijk van
- Dagelijkse dosis
- Duur therapie
- Cumulatieve dosis
- Onderliggende ziekteactiviteit
- Genetische factoren
- Andere risicofactoren voor osteoporose
Voornaamste secundaire oorzaak osteoporose
Indicaties aanvullend onderzoek naar fractuurrisico
Personen ouder dan 50 jaar met een recente fractuur (<2 jaar geleden)
Personen die behandeld worden met glucocorticoïden
Personen met risicofactoren voor een fractuur, zonder fractuur in het afgelopen jaar en zonder gebruik glucocorticoïden
Aanvullend onderzoek personen >50 jaar met recente fractuur
Verricht zo spoedig mogelijk aanvullend onderzoek door middel van
- DXE en VFA
- Laboratoriumonderzoek
- Evalueer het valrisico