HC.3: HLA-systeem Flashcards
MHC moleculen
Ag-herkenning door B- en T-cellen verschilt fundamenteel. T-lymfocyten herkennen alleen antigenen als ze gepresenteerd worden in de context van MHC-moleculen
- MHC: Major Histocompatibility Complex (algemeen)
- HLA: Human Leukocyte Antigen (humaan)
Genomische organisatie MHC
MHC klasse I:
- HLA-A, HLA-B, HLA-C
- Alfa-keten
MHC klasse II:
- HLA-DP, HLA-DQ, HLA-DR
- Alfa- en Bèta-keten, komen samen in groeve waar peptide bindt
Polyformisme in HLA-moleculen
Polyformisme: structuurvariatie MHC
→ Variatie o.b.v. polymorfisme uit zich voornamelijk in peptide-bindend gedeelte van MHC molecuul. Dit leidt tot een diversiteit in adaptieve immuunrespons wat zorgt voor een hogere overleving individu en met name populatie door brede afweer tegen pathogenen. Dit kan ook leiden tot predispositie allergie en auto-immuunziekten en transplaat afstoting.
Centrale begrippen MHC
Locus: locatie van gen op chromosoom
Allelen: variant genen die locus bezetten
Polymorfisme: allelische variatie binnen dezelfde locus
Polygenie: meerdere genen vormen MHC systeem
Co-dominantie: vergelijkbare expressie beide allelen
MHC haplotype: combinatie van MHC allelen op 1 chromosoom
MHC genotype: combinatie van beide MHC haplotypes
Kenmerken MHC klasse I
Alfa keten
Alle kernhoudende cellen en bloedplaatjes
Geproduceerd in de cel
7-9 aminozuten
CD8+ T-lymfocyten
MHC klasse II
Alfa en bèta keten
Monocyten, macrofagen, dendritische cellen, B-lymfocyten, thymusepitheelcellen, induceerbaar op andere cellen
Opgenomen van buiten de cel
Tot 15 aminozuren
CD4+ T-lymfocyten