H5 Flashcards

1
Q

wat is de eenheidsvector + ander woord

A

de genormeerde vector of eenheidsvector is een vector waarvan de norm gelijk is aan 1

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

formule scalair product

A

vector u * vector v = ||vector u|| * ||vector v|| * cos(hoedje over alles vector u, vector v)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

wat is de criterium met de loodrechte stand

A

(vector u en v zijn niet gelijk aan de nul vector)

vector u ┴ vector v <=> vector u * vector v = 0

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

wat is het scalair kwadraat

A

vector v * vector v = ||vector v||²

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

formule afstand tussen 2 punten in de ruimte

A

|AB| = √(x2-x1)²+(y2-y1)²+(z2-z1)²

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

analytische uitdrukking van het scalair product

A

vector A * vector B = x1x2 + y1y2 + z1z2

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

loodrechte stand van 2 rechten

A

e ┴ f <=> a1a2 + b1b2 + c1c2 = 0

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

wat is de normaalvector

A

een normaalvector van een vlak is een, van de nulvector verschillende, vector die loodrecht staat op dat vlak

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

wat is de hoek van 2 snijdende vlakken

A

de hoek van 2 snijdende vlakken α en β met snijlijn d is de hoek gevormd door twee loodlijnen op d door een punt van d, respectievelijk in α en β gelegen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

hoek van een rechte en een vlak

A

als een rechte a een vlak α snijdt en niet loodrecht op α staat, dan is de hoek van de rechte en dat vlak deze die a insluit met haar loodrechte projectie a’ op α

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

loodrechte stand van een rechte en een vlak

A

e ┴ α <=> a = k*u en b = k*v en c = k*w

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

loodrechte stand van 2 vlakken

A

α ┴ β <=> u1u2 + v1v2 + w1w2 = 0

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Stelsel vergelijkingen van de loodlijn m uit P op het vlak alfa

A

m (x-x1/u) = (y-y1/v) = (z-z1/w)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly