H4.1 criminaliteit Flashcards
criminaliteit
gedrag dat door de overheid strafbaar is gesteld
is relatief
relatief
plaats- en tijdgebonden
criminaliteit is relatief: het verschilt per tijd en per samenleving
vb: vroeger waren er geen computers en was hacken niet mogelijk. nu is dat wel strafbaar
gelegenheidstheorie of rationelekeuzetheorie
criminaliteit verklaren vanuit een rationeel denkende en handelende actor.
crimineel gedrag is een weloverwogen keuze waarbij de voordelen groter zijn dan de nadelen.
welke 3 zaken bepalen de hoeveelheid criminaliteit in een land?
potentiële daders, geschikte doelwitten en hoeveelheid bewaking
etiketteringstheorie
wanneer mensen zich naar een stereotype gedragen van crimineel omdat dat je wordt opgeplakt (door een andere groep).
selffulfilling prophecy
bindingstheorie
bindingen die mensen hebben in de maatschappij ertoe kunnen lijden dat crimineel gedrag voorkomen wordt.
Hoe meer mensen zich verbonden voelen met de samenleving des te meer zullen zij de waarden en normen van de samenleving naleven.
remmende functie
structurele-deviantietheorie
veronderstelt dat de structuren in de samenleving zo zijn dat de machtigen, de rijken in het voordeel zijn.
wetten in hun voordeel, die zijn gemaakt door mensen in dezelfde laag van de samenleving
afwijkend gedrag (deviant gedrag) niet wordt opgemerkt of mild wordt aangepakt.
“witte boordencriminaliteit”