H4 Woorden Flashcards
1
Q
Het appel/appèl
A
nadrukkelijk verzoek
2
Q
de consument
A
iemand die betaalt voor een product of dienst.
3
Q
dateren
A
uit een bepaalde tijd zijn, iets van de datum voorzien.
4
Q
denim
A
spijkerstof, sterke katoenen stof
5
Q
domineren
A
de meeste invloed hebben, overheersen
6
Q
het draagvlak
A
groep mensen die hetzelfde steunen of willen
7
Q
de ethos
A
levenshouding, levensbeginsel, geloofwaardigheid
8
Q
flatterend
A
smaakvol, wat iemand mooi en goed staat, flatteus
9
Q
geavanceerd
A
heel modern, volgens het nieuwste inzicht of de nieuwste technologie
10
Q
introduceren
A
- iemand voorstellen
- iets nieuws brengen
11
Q
log
A
groot en zwaar
12
Q
de logos
A
- woord
- rede, verstand
13
Q
lycra
A
synthetische stof met veel rek
14
Q
het motto
A
korte zin die precies weergeeft waar het om gaat
15
Q
ogen
A
eruitzien