H4- van 2 tot 6 jaar Flashcards
peuter
een kind in de leeftijd van 2 tot 4 jaar
kleuter
een kind in de leeftijd van 4 tot 6 jaar
vullingsfase
groeien in de breedte
strekkingsfase
groeien in de lengte
gestaltswandel
het kind komt eerst in de vullingsfase en daarna in de strekkingsfase
lateralisatie
het kind kan zijn lichaamsdelen afzonderlijk van elkaar bewegen
vormconstantie
het kind snapt dat vormen veranderen door rotatie: perspectief
kleur- en helderheidsconstantie
het kind leert dat bij fel licht dingen helderder zijn en meer contrast hebben, en in het donker alles kleurloos is.
objectconstantie
het kind weet dat wanneer een deel van het object ontzichtbaar is, het toch nog hetzelfde object is
grootteconstantie
het kind weet dat een object groter lijkt als het dichtbij is
animisme
levenloze voorwerpen krijgen door kinderen een ziel toegekend
piaget
hij benadrukt vooral wat een kind niet kan. hij gaat ervan uit dat het hebben van veel fantasie ondergeschikt is aan raditioneel denken, wat niet zo is.
op 3-jarige leeftijd is een kind bezig met de vraag … iets is, op 4-jarige leeftijd is een kind bezig met de vraag … iets is.
wat, waarom
perspectief nemen
het vermogen om zich in de gedachten- en gevoelswereld van een ander te verplaatsen. volgens Sekman zijn hierin 5 stadia te herkennen.
staium 0
van 3 tot 6 jaar. het kind gedraagt zich vanuit zijn eigen perspectief.