H4 Moleculaire Stoffen Flashcards

1
Q

Vanderwaalsbinding

A

Aantrekkingskracht tussen moleculen, de binding tussen 2 moleculen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Hoe hoger de temperatuur…

A

Hoe seller de deeltjes in een molecuul bewegen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Hoe groter de molecuulmassa…

A

Hoe sterker de vanderwaalsbinding en des te hoger het kookpunt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Polaire atoombinding

A

Een atoombinding waarbij de lading verschuift (molecuul wil op een edelgas lijken, dus zn buitenste schil vol, als hij dit van zichzelf niet heeft, gaat hij binden met een ander molecuul die zijn schil vol kan krijgen, deze binding is een polaire atoombinding)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Waterstof bruggen tekenen

A

Alleen aan een NH of OH groep, kan extra waterstofbruggen tekenen aan een zelf gemaakte waterstofbrug

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Lading van NH en OH?

A

N en O zijn een beetje - geladen en de H een beetje +

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Mesoniveau

A

Tussenniveau tussen micro en macro

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Hoe meer waterstofbruggen per molecuul…

A

Hoe hoger het kookpunt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Hydrofiel

A

Houdt van water, lost er in op

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Hydrofoob

A

Houdt niet van water, lost er niet in op

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Hoe langer de molecuul (de staart)….

A

Hoe slechter hij oplost in water (ook met NH of OH groep)

Vb: kaarsvet

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Ijklijn

A

Het verband tussen de bekende grootheid en de gemeten grootheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Schuim

A

Mengsel van gas en vloeistof

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Nevel

A

Mengsel van gas en vloeistof

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Rook

A

Mengsel van een vaste stof en gas

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Verzadigd en onverzadigd

A

Als je de maximale hoeveelheid van een stof hebt opgelost in een vloeistof, dan is de oplossing verzadigd, als je minder hebt opgelost dan i e oplossing onverzadigd.