GS Flashcards

proef 1

1
Q

Australopithecicen

A

De nieuwe soort mensachtige die ontstond door zich in een afgelegen gebied aan te passen inplaats van te vertrekken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Etnische groep

A

Een groep mensen met verschillende lichamelijke kenmerken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat valt er onder cultuur?

A

Ecomie, sociale omstandigheden, politiek, taal, godsdienst, kunst, wetenschap, onderwijs, rechtspraak, sport

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Magie

A

iets doen waarvan men denkt dat het een geheimzinnige kracht is

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

dorp

A

kleine nederzetting waar de meeste bewoners leven van akkerbouw en veeteelt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Stad

A

Een plaats waar de meeste mensen rollen krijgen, en dus niet zo veel meer in de landbouw werken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

staat

A

een land met duidelijke grenzen waarin een kleine groep mensen de rest van de bevolking bestuurd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Gelaagde samenleving

A

Een samenleving die in verschillende lagen is opgedeeld, iedereen komt door zijn geboorte in een bepaalde laag terecht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

epos

A

heldendicht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

rivierdalculturen

A

steden en staten langs de rivier

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Bandkeramiek

A

kleie potten met een symbolische band eromheen (stammen uit Limburge landbouw)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

trechterbekers

A

Kleie potten met een trechteropening (Stammen uit Noord-oost Nederland)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q
A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly