Brainscape's Knowledge GenomeTM

Browse over 1 million classes created by top students, professors, publishers, and experts.


See full index

fysiologie > fysiologie > Flashcards

fysiologie Flashcards

1
Q

reactievermogen

A

prikkelbaarheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

reactievermogen

A

vermogen tot aanpassingen aan omgeving

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

differentiatie

A

specialisatie van afzonderlijke cellen zodat ze bepaalde functies kunnen vervullen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

stofwisseling

A

metabolisme

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

stofwisseling

A

alle chemische reacties in het lichaam

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

respiratie

A

opname, vervoer en verbruik van zuurstof door cellen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

uitscheiding

A

excretie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

uitscheiding

A

onnodige of mogelijk schadelijke afvalstoffen ontstaan bij stofwisseling verwijderen uit het lichaam

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

anatomie

A

opensnijden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

anatomie

A

studie inwendige en uitwendige structuren en fysieke relaties tussen lichaamsdelen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

orgaanstelsel

A

groep organen die samen op gecoördineerde wijze samen functioneren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

cytologie

A

celleer

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

histologie

A

weefsels onderzoeken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

fysiologie

A

studie van manier waarop levende organismen hun vitale functies verrichten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

homeostase

A

streven naar intern evenwicht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

hoofd

A

cefaal

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

cranium

A

schedel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

gezicht

A

faciaal

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

voorhoofd

A

frontaal

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

oculus

A

oog

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

wang

A

buccaal

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

auris

A

oor

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

nasus

A

neus

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

os

A

mond

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
Q

kin

A

mentaal

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
26
Q

cervix

A

hals/nek

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
27
Q

axilla

A

oksel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
28
Q

brachium

A

arm

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
29
Q

elleboog

A

cubiti

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
30
Q

antebrachium

A

voorarm

31
Q

carpus

A

pols

32
Q

pollux

A

duim

33
Q

palma

A

handpalm

34
Q

digiti

A

vingers

35
Q

phalanges

A

vingers

36
Q

patella

A

knieschijf

37
Q

onderbeen

A

cruris

38
Q

tarsus

A

enkel

39
Q

phalanges

A

tenen

40
Q

hallux

A

grote teen

41
Q

thorax

A

borstkas

42
Q

mamma

A

borst

43
Q

abdomen

A

buik

44
Q

umbilicus

A

navel

45
Q

pelvis

A

bekken

46
Q

lies

A

inguinaal

47
Q

schaamstreek

A

pubicus

48
Q

femur

A

bovenbeen

49
Q

pes

A

voet

50
Q

acromion

A

schouder

51
Q

dorsum

A

rug

52
Q

olecranon

A

elleboog

53
Q

lumbus

A

lendenen

54
Q

gluteus

A

bil

55
Q

popliteus

A

knieholte

56
Q

kuit

A

suraal

57
Q

calcaneus

A

hiel

58
Q

planta

A

voetzool

59
Q

anatomische positie

A

handen naast lichaam met palmen naar voren en voeten bij elkaar

60
Q

transversaal vlak

A

horizontaal vlak

61
Q

frontaal vlak

A

coronale vlak

62
Q

sagittaal vlak

A

verdeelt lichaam in linker- en rechtergedeelte

63
Q

aanwijzing

A

objectief waarneembare of meetbare fysieke indicatie voor een ziekte

64
Q

anatomie

A

studie van de bouw van het lichaam

65
Q

diafragma

A

grote spierplaat die borstholte van buikholte scheidt

66
Q

diafragma

A

middenrif

67
Q

negatieve terugkoppeling

A

correctiemechanisme dat een variatie buiten de normale grenzen tegengaat of omkeert en de homeostase herstelt

68
Q

organen

A

combinaties van weefsels die complexe functies uitvoeren

69
Q

pleurale holten

A

gedeelte van borstholten die de longen bevatten

70
Q

positieve terugkoppeling

A

mechanisme waardoor een afwijking buiten de normale grenzen na een aanvankelijke prikkel wordt versterkt

71
Q

prikkel

A

verandering in omgeving die leidt tot aanpassing in celactiviteit

72
Q

symptoom

A

klinische term voor afwijken van functioneren als gevolg van ziekte

73
Q

viscera

A

de organen in de ventrale lichaamsholte

74
Q
A

fysiologie (1 decks)

Brainscape helps you reach your goals faster, through stronger study habits.
© 2025 Bold Learning Solutions. Terms and Conditions