Fysiologie Flashcards

1
Q

Gehoorzintuig/ auditieve systeem

A

Van uitwendige oor tot hersenschors.
Uitwendige oor.
Middenoor.
Binnenoor.
Centrale gedeelte.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Uitwendige oor

A

Oorschelp en uitwendige gehoorgang

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Middenoor

A

Trommelvlies, gehoorbeentjes en middenoorspiertjes in de trommelholte, de buis van Eustachius

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Binnenoor

A

Slakkenhuis als onderdeel van het labyrint

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Centrale gedeelte

A

Gehoorzenuw en zijn banen en de hersenschors

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Perifere gehoororgaan

A

Het uitwendige, midden- en binnenoor samen.
Ook wel het centrale gehoororgaan

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Pinna-effect

A

Het effect van het uitwendige oor. De half open “orgel pijp” die de gehoorgang vormt. Resonantie die rond de 3kHz kan ontstaan vlak voor het trommelvlies (6-12dB hoger dan vlak voor de oorschelp).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly