FINAL - Whiteboard Vocab

Question 1

Ontdekken

Answer 1

To discover - Columbus heeft in 1492 Amerika ontdekt.

Question 2

Toen

Answer 2

When - Toen ik jonger was, speelde ik vaak met mijn grootmoeder.

Question 3

Voorspellen

Answer 3

To predict - de weerman heeft regen voorspeld

Question 4

lopen (impf)

Answer 4

Liep - Vorig jaar, liep ik elke dag naar school.

Question 5

Terwijl

Answer 5

During - Sandro luistert naar muziek terwijl hij in de stad fietst

Question 6

Wij vinden dat

Answer 6

wij vinden dat bier beter smaakt met bitterballen

Question 7

Duur

Answer 7

Expensive - wij vinden dat Amsterdam een ​​dure stad is

Question 8

Schoonmaken

Answer 8

To clean - Ik maak mijn huis elke zaterdag schoon

Question 9

mooi

Answer 9

beautiful

Question 10

goedkoop

Answer 10

cheap

Question 11

zodra

Answer 11

As soon as - ik fiets naar huis zodra de les afgelopen is.

Question 12

afsluiten

Answer 12

to close - Ik wil de les afsluiten met een woordspel.

Question 13

Hevig

Answer 13

Intense - Heavy - Gisteren was er hevige regen.

Question 14

Bovendien

Answer 14

On top of that - Mijn auto was kapot, ik had geen fiets en bovendien was het regent.

Question 15

denken (Impf)

Answer 15

Toen ik jonger was, dacht ik mijn vader een held was.

Question 16

Instorten

Answer 16

To collapse - Oude gebouwen kunnen instorten.