Farmacology

Question 1

Salbutamol

Answer 1

Bronchodilatator (beta 2 antagonist)

Question 2

Ipatropium

Answer 2

Bronchodilatator (antimuscarine)

Question 3

Theofilline

Answer 3

Brocnhus verwijding (bij kinderen als andere geen effect hebben)

Question 4

Coffeïnne

Answer 4

Bronchus verwijding

Question 5

Prednison, Dexamethason, Budesonide

Answer 5

corticosteroïden (ontstekingsremmend)

Question 6

Penicillinen, carbapens, cefalosporinen

Answer 6

antibacterieel (celwand)

= breedspectrum 1e keus

Question 7

doxycyclinen, tetracyclinen, minocyclinen

Answer 7

antibacterieel (ribisomen/ aanmaak eiwitten)

= breedspectrum UWI, luchtweg

Question 8

Amikacine, neomycine, tobramycine

Answer 8

antibacterieel (Aminoglycosiden)

= ernstige systemische infecties

Question 9

Ciproflaxacine

Answer 9

antibacterieel (flurochinonen/ remmen topoisomerase II / uitrollen helix)
= UWI, pneumonie, bronchus, sinusitis

Question 10

Vancomycine, teicoplanine

Answer 10

antibacteriëel (MRSA)/ reservre antibacteriële middelen

= endocarditis

Question 11

Rifampicine

Answer 11

antibacteriëel (remmen enzym DNA/RNA.)

= endocarditis, ernstige infecties als lepra, tbc, meningokokken

Question 12

metronidazol

Answer 12

anaerobe bacteriele infecties

= urethritis, vaginitis, helicobacter, amoebiasis

Question 13

Enalapril, Captopril

Answer 13

ACE remmers (bloeddrukverlagend)

Question 14

Losartan

Answer 14

Angiotensine II blokkers (bloeddrukverlagend)

Question 15

Furosemide

Answer 15

Lisdiuretica (bloeddrukverlagend)

Question 16

Chloorthiazide, Hydrochloorthiazide

Answer 16

Thiazide diuretica (bloeddrukverlagend)

Question 17

Spironolacton

Answer 17

Kaliumsparende diretica (bloeddrukverlagend)

Question 18

Verapamil

Answer 18

calciumkanaalblokkers (bloeddrukverlagend)

Question 19

Doxazosine

Answer 19

Adrenoreceptor blokker (blokkeren adrenaline effect = bloeddruk daling)

Question 20

Aluminiumhydroxide, magnesiumcarbonaat, magnesiumtrisilicaat

Answer 20

Antacida

Question 21

Alginezuur

Answer 21

Alginaten (beschermlaag om maagvliesheen obv zeewier)

Question 22

Cimetidine, famotidine

Answer 22

H2 receptor blokker (voorkomen afgifte zoutzuur)

Question 23

Pantaprazol, omeprazol

Answer 23

protonpompremmers (vermindering maagzuur)

Question 24

Misoprosol

Answer 24

verminderen ulcussen

Question 25

sucralfaat

Answer 25

reactiezoutzuur

Question 26

Codeïnefosfaat, loperamidehydrochloride

Answer 26

Vermindering peristaltiek = diarreeremmer

Question 27

Macrogrol, psylliumvezels, methylcellulose

Answer 27

Bulkvormende obstipatiemiddelen (vergotesn feces materiaal)

Question 28

Magnesiumzouten, Lactulose

Answer 28

osmotische laxeermiddelen (ontrekt water uit de dikke darm)

Question 29

Bisacodyl, Docusaat, Senna

Answer 29

stimulerende laxeermiddelen (vergoten vochtafgifte) lediging rectum/ colon,rectum

Question 30

Hydrocortison, lidocaïne, zinkoxide

Answer 30

ontstekingsremmers voor aambeien

Question 31

Ondasetron

Answer 31

misselijkheid en braken

Question 32

Clemastine, acrivastine

Answer 32

Antihistaminica

Question 33

Amfoticerine

Answer 33

Antischimmel (polyene) (toxisch)

Question 34

Flucanozol, Itrazonazol, posaconazol

Answer 34

Antischimmel

= slijmvlies, vaginaal, invasief, dermatomycosen

Question 35

Nystatine

Answer 35

lokale antischimmel (binden ergostrol)
= mond en keel, darmkanaal, spruw

Question 36

clotrimazol

Answer 36

lokale antischimmel (remmen synsthese ergostrol)
= dermatomycosen, huid infecties

Question 37

ketoconazol

Answer 37

antischimmel (binding ergostrel)

= dermatomycosen, seborroïsch eczeem

Question 38

miconazol

Answer 38

antischimmel lokaal (met antibacteriele werking)
= dermatomycosen

Question 39

Abacavir, efavirenz, ritovenir, raltagravir

Answer 39

Virusremmende HIV medicatie

Question 40

Aciclovir

Answer 40

Virusremmende herpes medicatie