Familie Flashcards
1
Q
de moeder van je moeder
A
oma
2
Q
de zoon van je zus
A
neef
3
Q
de vrow van je broer
A
schoonzus
4
Q
de man van je tante
A
oom
5
Q
de dochter van je tante
A
nicht
de moeder van je moeder
oma
de zoon van je zus
neef
de vrow van je broer
schoonzus
de man van je tante
oom
de dochter van je tante
nicht