Etruskische Kunst Flashcards

1
Q

Waar (etrusken)

A

Centraal Italië

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Herkomst etrusken

A

Uit oostelijk Middellandse zee gebied, op vlucht voor hongersnood

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Vorming etruskische beschaving

A

Samensmelting van

  • -> autochtone Villa Nova cultuur
  • -> nieuwkomers uit Middellandse zee gebied
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Politiek situatie (etrusken)

A

12 stadstaten

  • -> elk eigen vorst
  • -> samen een verbond
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Economische situatie (etrusken)

A
  • landbouw
  • veeteelt
  • visvangst
  • internationale zeehandel
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Val etruskische beschaving

A

• vanaf 4de eeuw v.Ch
–> verlies aan politiek macht
• vanaf 1ste eeuw v.Ch
–> definitief geïntrigeerd in het romeinse rijk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Soort religie (etrusken)

A

Polytheïsme
• aan het hoofd de goddelijke triade
• hieronder een reeks lagere goden
• alle goden hebben hun eigen specialiteiten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Inspiratiebron voor religie (etrusken)

A
  • eerst gebaseerd op de godsdienst van de Villa Nova cultuur

* later beïnvloed door de Helleense godsdienst

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Verloop rituelen (godsdienst, etrusken)

A

• jaarlijks
• vergaderingen van verschillende stadstaten die
–> voeren religieuze handelingen uit
–> verkiezen nieuw leiders

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Gebruiken bij religieuze rituelen (etrusken)

A
•Men gelooft in voortekens en voorspellingen 
• men voert offers uit 
• men bestudeert 
--> de lever
--> gedrag van pluimvee
--> inslaande bliksem
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Uitvoerders religieuze rituelen (etrusken)

A
  • priesters

* zieners

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Schriftelijke bronnen (etrusken)

A
  • veel inscripties bewaard

* allen kort en oppervlakkig

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Alfabet (etrusken)

A

Soort oud grieks

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Schrijfwijze (etrusken)

A
  • in spiegelschrift

* van rechts naar links

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Materiaal waarop wordt geschreven (etrusken)

A
  • kleitabletten

* linnen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Leven na de dood (etrusken)

A

Men gelooft in leven na de dood

–> dit gebeurd in het graf

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Uitzicht graf ( etrusken)

A
• graf = eeuwige verblijfplaats
--> herinneringen 
--> gebruiksvoorwerpen
--> voedsel
• alles is aanwezig 
--> in het echt 
--> fresco's
--> reliëf
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Behandeling dode (etrusken)

A

• Begraven –> sarcofaag
• verast –> urne
|
–> beide hebben het gezicht van de overledene als deksel

19
Q

Uitzicht begraafplaats (etrusken)

A

Grafkamer, uitgehouwen in een rotsachtige bodem
• eerst: bedekt met aarden heuvel
• later : soort huis erover gebouwd
–> dodenstad

20
Q

Evolutie kunst (etrusken)

A
  • eerst: uitbundig en vrolijk

* later : somber

21
Q

Wat? Religieuze bouwkunst (etrusken)

A

Tempel

22
Q

Telpel voor wie (etrusken)

A

Goddelijke triade

23
Q

Bouwmateriaal tempel (etrusken)

A
  • hout
  • gedroogde leemtegel
  • terra cotta dakpannen
24
Q

Bovenbouw tempel (etrusken)

A
  • rechthoekige basis met steile trap
  • voorkamer met Toscaanse zuilen
  • 3 hoofdkamers met persoonlijke sokkel
  • architraafbouw
  • fronton + versiering
25
Q

Wegen (etrusken)

A
• eerst: smalle voetpaden die hindernissen omzeilen
• later
--> brede, vlakke wegen
--> stevige bruggen over hindernissen
--> afvoergeulen aan 1kant van de weg
26
Q

Woningen (etrusken)

A
  • meestal atriumhuis = binnenplaats met kamers er rond
  • gebouwd in baksteen
  • daken = architraafbouw, koepels of gewelven
27
Q

Soorten bouwkunst (etrusken)

A
  • rondsculptuur

* reliëfs

28
Q

Materiaal beeldhouwkunst (etrusken)

A
  • terra cotta

* brons

29
Q

Iconografie beeldhouwkunst (etrusken)

A
  • mythologie
  • dagelijkse leven
  • mensenhoofden
  • fantasiewezens
30
Q

Stijl beeldhouwkunst (etrusken)

A
• anatomie, proporties en houding 
--> onjuist
MAAR
• stofweergave
--> zeer gedetailleerd
• gelaatsuitdrukking 
--> portret
31
Q

Koloriet schilderkunst (etrusken)

A

Groot kleurenpallet. Levendige kleuren

32
Q

Waar aangebracht, schilderkunst. (Etrusken)

A

Muren van grafkamers

33
Q

Techniek schilderkunst (etrusken)

A

Fresco’s

34
Q

Stijl schilderkunst (etrusken)

A
• anatomie, proporties en houding 
--> onjuist
MAAR
• stofweergave
--> zeer gedetailleerd
• gelaatsuitdrukking 
--> portret
35
Q

Voorbeelden metaalkunst (etrusken)

A
  • sierraden
  • gespen
  • borstplaten
  • dozen
  • spelden
  • wapens
36
Q

Materiaal (metaalkunst, etrusken)

A
  • goud

* brons

37
Q

Versieringstechnieken (metaalkunst, etrusken)

A
  • filigraantechniek
  • granulatietechniek
  • cloisonnee techniek
38
Q

Naam belangrijkste soort keramiek (etrusken)

A

Bucchero

39
Q

Uitzicht keramiek (etrusken)

A

Zwartglanzend aardewerk met ingekerfde versiering

40
Q

Hoe keramiek zwart gemaakt? (Etrusken)

A

Door reducerend bakken

–> bakken met weinig zuurstof in de oven

41
Q

Vaasvormen (keramiek, etrusken)

A
  • grote verscheidenheid aan verschillende vormen
  • allen zeer dunne wanden
  • op draaischijf
42
Q

Versieringsmotieven (keramiek, etrusken)

A
  • fabeldieren
  • panters
  • waaiers
43
Q

Versieringstechniek (keramiek, etrusken)

A

Inkerven

44
Q

Wanneer (etrusken)

A

1000-100 v.Ch