Duits Voc Flashcards
gaat verder op die van jade
1
Q
vanaf
A
ab
2
Q
avontuurlijk
A
abenteuerlich
3
Q
verkrijgbaar
A
erhältlich
4
Q
geleid
A
geführt
5
Q
gunstig
A
günstig
6
Q
nu
A
jetzt
7
Q
trouwens, overigens
A
übrigensv
8
Q
vermoedelijk
A
vermutlich
9
Q
misschien
A
vielleicht
10
Q
waarschijnlijk
A
wahrscheinlich
11
Q
wonderbaarlijk, fantastisch
A
wunderbar
12
Q
Geen idee.
A
Keine Ahnung!
13
Q
Daar heb ik vandaag geen zin in.
A
Darauf habe ich heute keinen Bock.
14
Q
Waar heb je zin in? (2)
A
Worauf hast du Bock?
Worauf hast du Lust?
15
Q
Akkoord.
A
Einverstanden.
16
Q
Ik zie er al naar uit.
A
Ich freue mich schon.
17
Q
Gelukkig
A
Zum Glück
18
Q
Kijk eens.
A
Guck mal!
19
Q
Tof idee.
A
Tolle Idee.
20
Q
Naar hartenlust.
A
Nach Herzenlust.
21
Q
Dat klopt!
A
Stimmt!
22
Q
Freiburg is een bezoek waard.
A
Freiburg is einen Besuch wert.
23
Q
De sauna staat u ter beschikking.
A
Die Sauna steht Ihnen zur Verfügung