Diuretica Flashcards
Medicijnen diuretica proximale tubulus
Acetazolamide
Acetazolamide
W: Carboanhydraseremmer
I: Diuretica, glaucoom (want veel CA in corpus cilliares)
E: Zelflimiterend
Medicijnen Lis diuretica
Furosemide
Torasemide (ALLEEN HOND)
Furosemide
W: Na, K, Cl symporter inhibitor
I: 1e keus gegeneraliseerd oedeem (elke oorzaak). Lokaal oedeem, intoxicatie, hypertensie
E: Risico op hypokaliëmie
Torasemide
W: Na, K, Cl symporter inhibitor
I: oedeem tgv hartinsufficiëntie
E: veel potenter, lange werking. 1x p.d.
medicijnen diuretica distale tubulus = Thiazides
Cholorthiazide
Hydrocholorothyiazide
Chlorothiazide
W: inhibiteren Na/Cl cotransporter
I: 2e keus gegeneraliseerd oedeem. Hartinsufficientie, diabetes insipidus, Ca-oxalaat urolithen hond
E:Matig werkzaam, want al 90% Na+ geabsorbeerd. Ook kans op hypokaliëmie, hypochlooremie. Antidoot bij calciumoxalaat steenvorming omdat het zorgt voor minder calcium excretie.
Hydrocholorthiazide
W: inhibiteren Na/Cl cotransporter
I: 2e keus gegeneraliseerd oedeem. Hartinsufficientie, diabetes insipidus, Ca-oxalaat urolithen hond
E:Matig werkzaam, want al 90% Na+ geabsorbeerd. Ook kans op hypokaliëmie, hypochlooremie. Antidoot bij calciumoxalaat steenvorming omdat het zorgt voor minder calcium excretie.
Medicijnen diuretica Collecting ducts = kaliumsparende
Triamterene
Amiloride
Spironolactone
Triamterene
W: Inhiberen aldosteron gevoelige Na-kanalen
I: Vervangstherapie andere diuretica
E: Kaliumsparend; doorm kans op hyerkaliëmie en niet met ACE-inhibitors geven
Amiloride
W: Inhiberen aldosteron gevoelige Na-kanalen
I: Vervangstherapie andere diuretica
E: Kaliumsparend; doorm kans op hyerkaliëmie en niet met ACE-inhibitors geven
Spronolactone
W: Competatieve aldosterone receptor antagonist
I: Vervangstherapie andere diuretica
E: Kaliumsparend; doorm kans op hyerkaliëmie en niet met ACE-inhibitors geven
Medicijnen osmotische diuretica
Mannitol
Mannitol
W: IV toedienen. Wordt niet gereabsorbeerd, trekt water mee in de urine
I: Intoxicatie, hersenoedeem maar NIET BIJ HARTINSUFFICIËNTIE
E: Niet bij hartinsuff omdat na IV toediening het bloedvolume tijdelijk stijgt.