Diuretica Flashcards

1
Q

Medicijnen diuretica proximale tubulus

A

Acetazolamide

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Acetazolamide

A

W: Carboanhydraseremmer
I: Diuretica, glaucoom (want veel CA in corpus cilliares)
E: Zelflimiterend

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Medicijnen Lis diuretica

A

Furosemide

Torasemide (ALLEEN HOND)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Furosemide

A

W: Na, K, Cl symporter inhibitor
I: 1e keus gegeneraliseerd oedeem (elke oorzaak). Lokaal oedeem, intoxicatie, hypertensie
E: Risico op hypokaliëmie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Torasemide

A

W: Na, K, Cl symporter inhibitor
I: oedeem tgv hartinsufficiëntie
E: veel potenter, lange werking. 1x p.d.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

medicijnen diuretica distale tubulus = Thiazides

A

Cholorthiazide

Hydrocholorothyiazide

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Chlorothiazide

A

W: inhibiteren Na/Cl cotransporter
I: 2e keus gegeneraliseerd oedeem. Hartinsufficientie, diabetes insipidus, Ca-oxalaat urolithen hond
E:Matig werkzaam, want al 90% Na+ geabsorbeerd. Ook kans op hypokaliëmie, hypochlooremie. Antidoot bij calciumoxalaat steenvorming omdat het zorgt voor minder calcium excretie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Hydrocholorthiazide

A

W: inhibiteren Na/Cl cotransporter
I: 2e keus gegeneraliseerd oedeem. Hartinsufficientie, diabetes insipidus, Ca-oxalaat urolithen hond
E:Matig werkzaam, want al 90% Na+ geabsorbeerd. Ook kans op hypokaliëmie, hypochlooremie. Antidoot bij calciumoxalaat steenvorming omdat het zorgt voor minder calcium excretie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Medicijnen diuretica Collecting ducts = kaliumsparende

A

Triamterene
Amiloride
Spironolactone

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Triamterene

A

W: Inhiberen aldosteron gevoelige Na-kanalen
I: Vervangstherapie andere diuretica
E: Kaliumsparend; doorm kans op hyerkaliëmie en niet met ACE-inhibitors geven

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Amiloride

A

W: Inhiberen aldosteron gevoelige Na-kanalen
I: Vervangstherapie andere diuretica
E: Kaliumsparend; doorm kans op hyerkaliëmie en niet met ACE-inhibitors geven

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Spronolactone

A

W: Competatieve aldosterone receptor antagonist
I: Vervangstherapie andere diuretica
E: Kaliumsparend; doorm kans op hyerkaliëmie en niet met ACE-inhibitors geven

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Medicijnen osmotische diuretica

A

Mannitol

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Mannitol

A

W: IV toedienen. Wordt niet gereabsorbeerd, trekt water mee in de urine
I: Intoxicatie, hersenoedeem maar NIET BIJ HARTINSUFFICIËNTIE
E: Niet bij hartinsuff omdat na IV toediening het bloedvolume tijdelijk stijgt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly