Dementie Flashcards

1
Q

Oorzaken van dementie (Subdivisie types en andere)

A

Klassieke vormen dementie:

Alzheimer = Amnestisch (+ andere domeinen)
Depressie = Amnestisch (+ andere domeinen)
Vasculaire dementie = Amnestisch of andere domeinen

FTD = Niet amnestisch + 1 domein
Lewy body = niet amnestisch + andere domeinen
Vasculair = Amnestisch of ander edomeinen)

Andere oorzaken van dementie:
V = x
I = x
N = Hersentumor
D = Alcohol, medicatie induced (anti cholinergica)
I = Creutzfeld jacob, HIV
C = Huntington, Parkinson, normale druk hydrocephalie
A = x
T = Hoofdtrauma
E = HyperCa, Fz def, Vit B12 def, hypothyroid, ongeregelde DM

Andere: Epilepsie, mentale retardatie, schizofrenie, depressie, delirium

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Bespreek de cognitieve domeinen

A

HET GPS =

Herkenning (objecten, links rechts)
Executieve functies (logische taken uitbeelden)
Taal (woorden vinden, vlot spreken)

Geheugen (Verbaal en visueel)
Praxis (kleren aandoen, visus constructie)
Sociaal (empathie, gedrag)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Normale veroudering

A

Verlies van neuronale connecties = cortex verlies = witte stof verlies

Sulci en ventricles worden meer prominent

Atrofie van:
- Pre frontale cortex = vanaf 20 jaar (trager, multitasken minder goed)

  • Hippocampus = vanaf 50 jaar (geheugen problemen, niet meer op namen kunnen komen, tip of the tongue fenomeen)

Minder hersen capaciteit + minder adaptiviteit maar wel meer gekristelliseerd geheugen

= ouderen hebben meer hersen capaciteit nodig voor een zelfde taak ivm een jong persoon

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Alzheimer

  • wat is aangetast
  • Wet van Ribot
  • MRI & PET
  • Evolutie en verschillende vormen
  • Testen
A
  • Episodisch geheugen
  • Wet Ribot = verlies van oudste herinneringen als laatste (verklaring waarom jeugd trauma gedrags problemen kan naar boven brengen)
  • Hippocampale atrofie (CA1 en subinculum) (geheugen) + enthorinale atrofie (geur)
    => Sensitief maar niet specifiek

< 15% verlies neuronen (zie bovenstaand) is MCI
15-40% verlies neuronen is AD

Evolutie = SCI (subjectief) -> MCI -> AD

Testen = MMSE (veel bredere evaluatie methode), wordt recall test (korte termijn)

Met de tijd aantasting andere functies

PET = hypometabolisme (mediotemporaal)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Testen episodisch geheugen

A

Wordt recall test, MMSE

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Etiologie Alzheimer

A

Beta Amyloid plaques
Tau kluwens = neurofibrillaire kluwens

Vroege leeftijd = APP gen mutatie met overproductie amyloid

Amyloid bouwt gedurende jaren op voor het symptomen geeft => Eerst amyloid accumulatie, later Tau accumulatie en later pas symptomen

Specificiteit amyloid plaques =

  • Je ontwikkeld geen AD zonder amyloid plaques (uitz SNAP = TDP 43 plaques accumulatie)
  • De aanwezigheid ervan veroorzaakt niet per se AD = ongeveer 30% van gezonde mensen hebben die ook
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Diagnose AD

A

1) Neuroconginitieve achteruitgang (geheugen en soms andere domeinen)
2) Amyloid plaques en Tau plaques (versterken de diagnose)

Diagnostische criteria:
• Dementie vastgesteld met klinisch onderzoek en gedocumenteerd met neuropsychologische testen

  • Defictis in minstens 2 cognitieve domeinen
  • Progressief verlies van geheugen en andere cognitieve functies
  • Geen bewustzijnsstoornis
  • Ontstaan tussen 40 en 90 jaar, meestal na 65 jaar

• Geen andere systemische aandoeningen of hersenziekte die het progressief verval kan verklaren
Diagnostische testen:

• Neuropyschologische testen: bijvoorbeeld 15-woorden testen -> verstoorde uitgestelde oproeping en herkenning

• Beeldvorming:
o Structureel: KST -> mediale temporale atrofie
o Functioneel: 18F-FDG PET of SPECT: temporopariëntaal hypometabolisme of hypeperfusie

o Moleculair: in vivo aantonen van amyloïd aan de hand van een thioflavinederivaat

• Liquor onderzoek
o Verhoogd niveau TAU-proteïne
o Verlaagd amyloïd-β 42

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Atypische symptomen van AD

A
Frontaal = exicutief
Visueel = visuele apraxie
Logopene = taal
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Differentieel diagnose van Amnestische stoornissen

A

Persisterend

1) Alzheimer
2) Vasculair (CVA, hypoxie)
3) Encefalitis
4) Neoplasme of ruimte innemend proces
5) Korsakoff (alcohol misbruik)
6) Traumatisch

Transiënt (vasculair - elektrische - stress - trauma - drugs)

1) Transiente globale amnesie = wss vasculair)
2) Epileptische amnesie = hippocampaal sclerose
3) Dissociatieve amnesie = na psychisch trauma
4) Acute stress stoornis
5) Post hersentrauma
6) Na middelen misbruik
7) Na elektroconvulsieve therapie

ADEMT

  • Acute stress
  • Dissociatief
  • ECT en epilepsie
  • Medicatie
  • Trauma en transient globaal
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Korsakoff syndroom

A

Antegrade amnesie
Retrograde amnesie
Amnesie voor context en tijd
Confabullaties = Verwarren, foute associaties, focus op het positieve

Digit span vaak beperkt tot bvb 20 sec. = zo snel vergeten ze

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Risicofactoren AD

A
  • Vasculair
  • Leeftijd > 65
  • APO E4
  • Trisomie 21
  • Familiale belasting
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Evolutie AD

A

Blijvende cognitieve achteruitgang = retrogenesis = tot ze niets meer kunnen

Sterven aan slik pneumonie, DVT (bedlegerigheid)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

QoL AD

A

Relatief goed, mensen voelen zich beter dan dat de omgeving denkt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Fronto-temporale neurocognitieve stoornis bespreek.

A

Niet amnestisch + 1 domein aangetast

2 varianten
- Gedrags variant = Karakter en sociaal gedrag = klassieke fronto temporale dementie

  • Taal variant = Primair progressieve afasie
    ==> Progressieve non fluente afasie = expressie
    (Broca probleem)

==> Semantische dementie = Woord begrip, object herkenning
(voorste deel temporaal kwab)

==> Logopene variant = het vinden van woorden
(Wernicke) = dit doet eerder aan Alzheimer denken maar komt ook voor bij de primaire progressieve afasie

2 mogelijke ontstaans mechanismen:
Tau of TPD positiviteit (chr 17 - 9)
Genen/ C9orf72, MAPT, Progranulline gen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Gedragsvariant fronto temporale dementie

A

Sociale cognitieve dysfunctie = amygdala probleem en pre-frontale cortex (begrijpen van emoties, gevoelens, empathie (theory of mind))

Gedrags problemen = orbito frontale aantasting = interne rem valt weg

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

DSM criteria Fronto temporale cognitieve stoornissen

A

Gedrag (3 of meer symptomen)

  • ontremming
  • apathie
  • verlies empathie
  • Compulsief gedrag
  • verandering voedingspatroon en hyper-oraliteit (alles in mond steken)

+ Sociaal cognitief en executieve functies verminderen

Taalvariant:
- spraak reproductie, woordvinding, begrip…

17
Q

Lewy Body Dementie (oorzaken, symptomen, scan)

A

Niet amnestisch + meerdere domeinen aangetast

1) Dementie
2) Kernsymptomen (2/3)
- Visuele hallucinaties
- Parkinsonisme
- Wisselende aandacht en alertheid + fluctuerend cognitief functioneren

3) Ondersteunende kenmerken
- REM sleep behaviour dissorder
- Overgevoeligheid voor neuroleptica (ontstaan beeld PD want neurileptica werken anti dopaminerg)

Scan = Verminderde DOPAMINERGE activiteit + visuele cortex spontane ontladingen

Oorzaken = Alfa synucleine inclusies (= lewy bodies) + amyloid positief

Initele presentatie lijkt op een delirium daarom soms neurolepticum gegeven = hierop worden de symptomen van Parkinson plots heel veel erger

18
Q

Vasculaire dementie

A

Niet amnestische, meerdere domeinen aangetast

Kenmerken:

1) Aantasting cognitieve functies
2) Cerebrovasculaire aantasting met focaal neurologische tekenen en cerebrovasculair letsels op beeldvorming (kleine infarctjes, witte stof aantasting)

3) stapsgewijs of acuut
4) Link tussen beeldvorming en dementiebeeld

Ondersteunend = intabiele gang, vallen, incontinentie, persoonelijkheidveranderingen…

19
Q

Alcohol dementie

A

Dit is geen Korsakoff

1) Uitsluitingsdiagnose
2) M (> 35) V (>28) alcohol consumpties per week voor minstens 5 jaar
3) Dit is niet langer dan 3 jaar geleden
4) Alcohol stop zorgt voor verbetering of stabilisatie

20
Q

Effecten van alcohol op de hersenen

A

Direct toxische effect = Toxisch effect myeline vnl frontaal, verlies neurotrofe factoren, effect op NMDA functies, hersenoedeem, ROS,

Klinische beelden gelinkt hiermee:

Wernicke encefalopatie = BWZ, cerebellaire dysfunctie, oogspierverlammingen

Korsakoff

DM risico

Depressie risico

21
Q

BPSD (betekenis, symptomen, oorzaken)

A

Behavioural and psychological symptoms in dementia

Mnemo = Tripple A (DP)
Depressie
Apathie
Agressie
Agitatie
Psychosen

Oorzaken =
1) Biologisch = aantasting van NT, hypometabolisme frontaal, beperkt zicht en gehoor, oorzaak van de dementie

2) Psycho = Coping, personelijkheid, verlieservaring
3) Sociaal = Geen goede omkadering, mishandeling, financiele problemen, hoe mensen met je omgaan

22
Q

Psychose bij dementie

A

Wanen - hallucinaties - Misidentificatie (zichzelf niet meer in de spiegel herkennen)

23
Q

Agitatie en agressie bij dementie

A

Fysieke Agitatie = rusteloosheid, compulsief gedrag….
Verbale agitatie = aandacht nodig, negatief, onderbreken

Fysieke agressie en verbale agressie

24
Q

Depressie bij dementie

A

Oorzaken:

  • Herval van oude depressie
  • Vasculaire depressie = gebrek aan motivatie = apathie
  • Degeneratief proces
  • Psychische reactie op degeneratief proces
25
Q

Apathie of depressie?

A

Apathie = motivatie probleem, intresse probleem

DDx zeer moeilijk, Depressie is behandelbar maar apathie niet want is deel van neuronale aantasting + bij anti depressiva opstarten lok je soms prikkelbaarheid en andere negatieve gevolgen uit

Apathie = geen suicidale, waardeloze, negatieve gedachten

Apathie = link met neuronale kluwens frontaal = waardoor minder frontale activiteit

26
Q

Dellirium

A

Tijdelijk
Stoornis aandacht en bewustzijn
Vaak specifiek oorzaak
Sundowning (slaap waak ritme)

Agitatie

27
Q

Depressie DDx met dementie

A

Moeilijk bij De Novo late depressie

VG - Hetero anamnese (depressie is slechtst in de ochtend met diurne variaties) - Status mentalis (angst, motivatie of stemmings probleem) - Neuropsy onderzoek (depressie is wel nog herkenning van dingen maar oproepen lukt niet meer dit is niet zo bij dementie) - Beeldvorming met goede NPV

28
Q

Behandeling Dementie

A

Preventie:

  • Opleiding (meer cognitieve reserve)
  • Toxines beperken (alcohol) (beperk inflammatie brein)
  • Beweging (zet BDNF vrij wat neurotroof is)

Niet farmacologsiche behandeling:

  • Coping, omgeving, er mee leren omgaan etc
  • Cognitieve stimulatie training
  • Muziek therapie, Validatie therapie, gedragstherapie

Farmacologische behandeling:
- Choline esterase remmers (nc Meynaert aangetast bij AD - AcH tekort waardoor ontstaan geheugen problemen)

  • Memantine = NMDA rec antagonist = hierdoor minder effect van de te hoge glutamaat concentraties (minder toxisch effect waardoor geheugen problemen) = te gebruiken bij matig tot ernstige Alzheimer

Toekomst:
- Antistoffen, immunotherapie, ten therapie

29
Q

Nevenwerkingen Ach-esterase inhibitoren

A
  • Braken
  • Nausea
  • diarree
    => GI overactiviteit
  • Slapeloosheid met vermoeidheid
  • Spierkrampen
  • Verwardheid, verhoogde speeksel secretie, verhoogd val risico

Zeldzamer = anorexie, bradycardie, zweten, rhinitis

30
Q

Nevenwerkingen memantine

A
Hallucinaties
Verwardheid
Duizeligheid
hoofdpijn
vermoeid
31
Q

Behandeling BPSD

A

Sy/

  • Depressie = SSRI
  • Psychose = anti-psychotica
  • Agitatie en agressie = anti psychotica
  • Apathie = Geen behandeling
  • Gedragsstoornissen (FTD) = Tazadone
  • Wanen en hallucinaties (psychose) = Anti-ACH esterase
  • Nachtelijke onrust = Trazadone
  • Acute agressie aanval = Benzodiazepine
  • Agressie en impuls controle = NaValproaat, Carbamazepine

Bouw de medicatie af met tijd

32
Q

Risicofactoren Alzheimer dementie

A

Leeftijd > 65
Vasculaire RF = Hypertensie, obees, roken, DM, Cholesterol
APOE4
Trisomie 21

Twijfel = opleiding, depressie, infectie, slaap deprivatie

33
Q

Stadia neurodegeneratie

A

1) Normaal
2) Subjective cognitive impairment
3) Mild coginitive impairment (geen funcionele weerslag)
4) Dementie

34
Q

Socio-emotionele selectiviteits theorie

A

Ouderen zijn gelukkiger, meer focus op positieve zaken, ze halen meer positieve dan negatieve herinneringen op - meer focus op de dichte familiale kring

35
Q

Prevalentie dementie

A
85 = 1/3
90 = 1/2
36
Q

Dementie in DSM V

A

Achteruitgang 1 of meer cognitieve domeinen

Functioneren

Geen delier

37
Q

Hippocampus atrofie

A

Sensitief maar niet specifiek voor AD (kan bij gezonde normale volwassenen ook voorkomen bij oudere leeftijd)

38
Q

Diff. diagnose dementie

A

Delirium
Mentale retardatie

Schizofrenie
Medicatie

Slaapproblemen
Majeure depressie

Medische VG/ depressie, epilepsie etc