Deel 3 Flashcards

1
Q

Imipramine

A

TCA zijn afgeleid van imipramine

TCA: verhogen concentratie monoamino-NT in synaptische spleet door de heropname te remmen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

clomipramine

A

prototype van TCA

TCA: verhogen concentratie monoamino-NT in synaptische spleet door de heropname te remmen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

amitriptyline

A

TCA: verhogen concentratie monoamino-NT in synaptische spleet door de heropname te remmen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Mianserine

A

anti-depressivum: mede door het blokkeren van de presynaptische alfa-2-R
sterk sederd omwille van potente antihistaminerge werking
oorspronkelijk als anti-allergicum met antihistaminerge en antiserotoninerge eigenschappen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

mirtazapine

A

anti-depressivum
antagonist presynaptische alfa-2-R
ook inhibitorische werking op presynaptische serotonine en H1-histamine receptoren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

trazodon

A

anti-depressivum

5HT1, alfa1, H1 remmer

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

agomelatine

A

melatonerge agonist en 5HT2C antagonist

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

fluvoxamine

A

SSRI

CYP1A2 en 2C19 inhibitor

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

paroxetine

A

SSRI

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

escitalopram

A

SSRI

QT verlenging

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

citalopram

A

SSRI

QT verlenging

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

sertraline

A

SSRI

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

fluoxetine

A

SSRI
prototype
Prozac (merknaam)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

reboxetine

A

selectieve NA reuptake inhibitoren

anti-depressivum

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

atomoxetine

A

selectieve NA reuptake inhibitoren

bij ADHD en nacrolepsie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

venlafaxine

A

SNRI: serotonine en noradrenaline reuptake inhibitor

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

duloxetine

A

SNRI: serotonine en noradrenaline reuptake inhibitor

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

bupropion

A

NA en D reuptake inhibitor
anti-depressivum
poging tot rookstop

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

fenelzine

A

niet selectieve, irreversibele MAO-I

anti-depressivum

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

moclobemide

A

selectieve MAO-A-inhibitor

anti-depressivum

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

vortioxetine

A

moduleren serotonineR activiteit
remmen serotoninetransporters
anti-depressivum

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

sint-janskruid

A

bij milde tot matige depressieve klchten

potente (pan)inductor CYP2C9, CYP2C19, CYP3A4, P-gp

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

dosulepine

A

TCA

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

maprotiline

A

TCA

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
Q

Nortriptyline

A

TCA

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
26
Q

Norfluoxetine

A

desmethylmetaboliet van fluoxetine (SSRI)

halfwaardetijd van 7 dagen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
27
Q

Levomeprozamine

A

fenothiazinen

anti-psychotica

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
28
Q

flupentixol

A

thioxanthenen

anti-psychotica

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
29
Q

zuclopentixol

A

thioxanthenen

anti-psychotica

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
30
Q

haloperidol

A

butyrofenonen

anti-psychotica

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
31
Q

pipamperon

A

butyrofenonen

anti-psychotica

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
32
Q

fluspirileen

A

difenylpiperidinen

anti-psychotica

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
33
Q

pimozide

A

difenylpiperidinen

anti-psychotica

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
34
Q

sulpiride

A

benzamides

anti-psychotica

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
35
Q

amisulpride

A

benzamides

anti-psychotica

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
36
Q

aripiprazol

A

atypische anti-psychotica

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
37
Q

clozapine

A

atypische anti-psychotica

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
38
Q

olanzapine

A

atypische anti-psychotica

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
39
Q

quetiapine

A

atypische anti-psychotica

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
40
Q

risperidon

A

atypisch anti-psychotica

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
41
Q

sertindol

A

atypisch anti-psychotica

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
42
Q

asenapine

A

atypische anti-psychotica

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
43
Q

paliperidon

A

atypisch anti-psychotica
metaboliet van risperidon
ook als IM preparaat

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
44
Q

Lithium

A

behandeling van bipolaire stoornis

nauw therapeutisch venster: TDM

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
45
Q

Fenytoïne

A

anti-epileptica die werken via een blokkering van Na-kanalen
oudste, sedatief anti-epilepticum
zeer actief GM tegen partiële aanvallen en gegeneraliseerde tonisch-clonische epilepsieën. Zowel tegen primaire gegeneraliseerde als tegen secundair type.
TDM !

1ste lijns bij trigeminus neuralgie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
46
Q

carbamazepine

A

anti-epileptica die werken via een blokkering van Na-kanalen
keuzeproduct voor partiële epilepsieën.
Ook veelvuldig bij gegeneraliseerde tonische-clonische epilepsieën (maar daar kan het absences provoceren)
Ook bij behandeling van trigeminus neuralgie (1ste lijn), neuropathische pijn
ontwikkeld voor behandeling van bipolaire stoornissen, werd gebruikt ter preventie en acute behandeling van manie
TDM

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
47
Q

Lamotrigine

A

anti-epileptica die werken via een blokkering van Na-kanalen
relatief breed spectrum anti-epilepticum (add-on en voorkeursbehandeling)
ook als mood stabilizer bij bipolaire stoornissen: vooral ter verbetering van de depressieve periodes

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
48
Q

Topiramaat

A

anti-epileptica die werken via een blokkering van Na-kanalen
relatief nieuw en breed spectrum anti-epilepticum
add-on indien convulsies niet kunnen worden onderdrukt met een middel van eerste keus
breed spectrum activiteit

zorgt ook verhoging van NT van GABA en verlaging van NT van AMPA

ook gebruikt profylactisch behandeling van migraine

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
49
Q

valproaat

A

breedspectrum anti-epileptica van de eerste keus
effectief tegen absence aanvallen, vooral als er bij de patiënt ook veralgemeende tonische clonische aanvallen optreedt.
ook effectief tegen andere types: partiele, atonische, primair veralgemeend.
inhibitie Na-kanalen, inhibitie Ca-kanalen, interfereert met GABA transmissie via inhibitie van GABA-transaminase en barnsteenzuur semialdehyde dehydrogenase
Ook profylaxis bij migraine en alternatief bij bipolaire stoornis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
50
Q

Fenobarbital

A

anti-epileptica die werken via GABA
oudste anti-epilepticum
Bij partiële epilepsieën, bij gegeneraliseerde tonische clonische aanvallen.
kan voor elk type, vooral als aanvallen moeilijk te controleren zijn met anderen.
verhoogd GABA transmissie door direct agonistisch effect op GABAa R en positieve allosterische modulatie van R.
Blokkeert ook Na-kanalen
TDM !

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
51
Q

Midalzolam

A

anti-epileptica die werken via GABA
benzodiazepine
bij status epilepticus alternatief van lorazepam: IM midazolam

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
52
Q

Diazepam

A

anti-epileptica die werken via GABA
benzodiazepine
bij status epilepticus alternatief van lorazepam: diazepam rectaal

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
53
Q

lorazepam

A

anti-epileptica die werken via GABA
benzodiazepine
bij status epilepticus eerste keus

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
54
Q

tiagabine

A

anti-epileptica die werken via GABA
selectieve gaba reuptake inhibitor
weinig gebruikt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
55
Q

vigabatrine

A

anti-epileptica die werken via GABA

irreversibele inhibitor van GABA-transaminase

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
56
Q

Gabapentine

A

anti-epileptica die werken via GABA
lipofiele analogen van GABA
courant als add-on bij behandeling van partiele epilepsie
+ bindingsaffiniteit voor spanningsafh Ca-kanalen (modulerende werking erop), wat leidt tot verminderde vrijzetting van exciterende NT
ook voor neuropathische pijn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
57
Q

Pregabaline

A

anti-epileptica die werken via GABA
lipofiele analogen van GABA
courant als add-on bij behandeling van partiele epilepsie
+ bindingsaffiniteit voor spanningsafh Ca-kanalen (modulerende werking erop), wat leidt tot verminderde vrijzetting van exciterende NT
ook voor neuropathische pijn
ook bij gegeneraliseerde angststoornissen bij volwassenen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
58
Q

Valproaat

A

anti-epileptica die werken via T-type Ca kanalen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
59
Q

ethosuximide

A

anti-epileptica die werken via T-type Ca kanalen

bij absence aanvallen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
60
Q

levetiracetam

A
anti-epileptica
werkingsmech niet gekend 
actieve bindingsplaats op SV2A
breed spectrum 
bij behandeling van partiële aanvallen, veralgemeende tonische-clonische aanvallen, myoclonische aanvallen en als add-on anti-epilepticum
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
61
Q

brivaracetam

A

anti-epileptica
werkingsmech niet gekend
actieve bindingsplaats op SV2A
add-on bij behandeling van partiële aanvallen met of zonder veralgemening

62
Q

Lacosamide

A

anti-epileptica
verhoogt de trage inactivatie van Na-kanalen en beïnvloedt vooral Na-kanalen die langdurig gedepolariseerd of geïnactiveerd zijn

63
Q

L-dopa

A

Ziekte van Parkinson
dopamine vervanger
als startbehandeling bij oudere patienten (boven 60/70j), zwakkere patiënten, patiënten met ernstige symptomen of belangrijke comorbiditeit

64
Q

benserazide

A

perifere dopa decarboxylase inhibitor

samen met L-dopa bij Ziekte van Parkinson

65
Q

carbidopa

A

perifere dopa decarboxylase inhibitor

samen met L-dopa bij Ziekte van Parkinson

66
Q

bromocriptine

A
directe dopamine (D2) agonisten : vaak startbehandeling bij jongere patiënten
dopamine mimetica 
Ziekte van Parkinson
67
Q

pergolide

A

directe dopamine (D2) agonisten: vaak startbehandeling bij jongere patiënten
dopamine mimetica
ergotafgeleide
Ziekte van Parkinson

68
Q

pramipexol

A
directe dopamine (D2) agonisten: vaak startbehandeling bij jongere patiënten
dopamine mimetica
Ziekte van Parkinson
69
Q

ropinirol

A
directe dopamine (D2) agonisten: vaak startbehandeling bij jongere patiënten 
dopamine mimetica
Ziekte van Parkinson
70
Q

rotigotine

A

directe dopamine (D2) agonisten: vaak startbehandeling bij jongere patiënten
dopamine mimetica
TTS preparaat
Ziekte van Parkinson

71
Q

amantadine

A

verhoogt dopamine vrijzetting
Ziekte van Parkinson
als monotherapie in lichte gevallen
samen met L-dopa om diens efficaciteit te versterken
uniek in levodopa-geïnduceerde dyskinesieën onderdrukken

72
Q

selegiline

A

selectieve irreversibele MAO-B inhibitor
vermindert dopamine afbraak
Ziekte van Parkinson
monotherapie tijdens beginfase van de ziekte om gebruik l-dopa uit te stellen
combinatie met l-dopa zodat l-dopa in lagere dosering kan worden gebruikt

73
Q

rasagiline

A

MAO-B inhibitor
vermindert dopamine afbraak
Ziekte van Parkinson

74
Q

safinamide

A

add-on bij L-dopa
vermindert dopamine afbraak
Ziekte van Parkinson

75
Q

entacapone

A

COMT-inhibitor: verlengt de werking van levodopa door perifeer metabolisme te verminderen
Ziekte van Parkinson

76
Q

tolcapon

A

COMT-inhibitor: verlengt de werking van levodopa door perifeer metabolisme te verminderen
hepatotoxiciteit

Ziekte van Parkinson

77
Q

biperideen

A

anticholinergica (centraal werkend)
Ziekte van Parkinson
minder gebruikt omwille van bijwerkingen
monotherapie in beginfase
meestal in combo met l-dopa
Bij parkinsonisme, acathisie en acute dystoniën uitgelokt door anti-psychotica

78
Q

procyclidine

A

anticholinergica (centraal werkend)
Ziekte van Parkinson
minder gebruikt omwille van bijwerkingen
monotherapie in beginfase
meestal in combo met l-dopa
Bij parkinsonisme, acathisie en acute dystoniën uitgelokt door anti-psychotica

79
Q

trihexyfenidyl

A

anticholinergica (centraal werkend)
Ziekte van Parkinson
minder gebruikt omwille van bijwerkingen
monotherapie in beginfase
meestal in combo met l-dopa
Bij parkinsonisme, acathisie en acute dystoniën uitgelokt door anti-psychotica

80
Q

orfenadrine

A

anticholinergica (centraal werkend)
Ziekte van Parkinson
minder gebruikt omwille van bijwerkingen
monotherapie in beginfase
meestal in combo met l-dopa
Bij parkinsonisme, acathisie en acute dystoniën uitgelokt door anti-psychotica

81
Q

dexetimide

A

anticholinergica (centraal werkend)
Ziekte van Parkinson
minder gebruikt omwille van bijwerkingen
monotherapie in beginfase
meestal in combo met l-dopa
Bij parkinsonisme, acathisie en acute dystoniën uitgelokt door anti-psychotica

82
Q

apomorfine

A

Ziekte van Parkinson
enkel in uitzonderlijke situaties van moeilijk te controleren on-off symptomen
monitoring!
krachtige dopamine agonist
in combinatie met anti emeticum domperidone, zeker in beginfase

83
Q

Baclofen

A

skeletspierrelaxantia
chloorfenylderivaat van GABA en selectieve agonist van de GABAb receptoren
tegen spasticiteit tgv multiple sclerose en ruggenmergletsels

84
Q

dantroleen

A

skeletspierrelaxantia
interfereert met excitatie-contractiekoppeling in skeletspier en verlaagt de Ca-vrijzetting uit het sacroplasmatisch reticulum
verlaging van spasticiteit
Indicatie: maligne hyperthermie als gevolg van veralgemeende hevige spierspasmen. Congenitale vorm uitgelokt door halothaan en suxamethonium
ander vorm: maligne neuroleptische syndroom uitgelokt door plots stoppen L-dopa of D2 agonisten

85
Q

botulinetoxine

A

skeletspierrelaxantia

gebruik bij o.a. strabisme, blefarospasme, torticollis, cerbral palsy

86
Q

donepezil

A

Ziekte van Alzheimer
reversibele inhibitoren van acetylcholinesterase
goed door BBB

87
Q

rivastigmine

A

Ziekte van Alzheimer
reversibele inhibitoren van acetylcholinesterase
goed door BBB

88
Q

galantamine

A

Ziekte van Alzheimer
reversibele inhibitoren van acetylcholinesterase
goed door BBB

89
Q

memantine

A

Ziekte van Alzheimer

Niet competitieve NMDA antagonist en nicotine Ach-antagonist

90
Q

Morfine

A
analgetica 
natuurlijke opioïd, prototype
zuiver opioïde agonist
hoge affiniteit voor mu-R, lager voor delta en kappa-R
Bij ernstige, hevige acute pijn, onvoldoende beantwoord aan niet opioïde analgetica
bij kankerpijn 
bij chronische pijn 
adjuverende therapie bij longoedeem
91
Q

codeïne

A

natuurlijk opioïd
zwakkere opioid
prodrug: wordt opgezet tot morfine door CYP2D6
bij hoest, milde vormen van diarree en milde pijntoestanden

92
Q

diamorfine

A

heroïne

semi-synthetisch derivaat van morfine

93
Q

buprenorfine

A

semi-synthetisch derivaat van thebaïne
heel hoge affiniteit voor mu, delta, kappa R en lage affiniteit voor ORL R
70-100x potenter dan morfine
indicatie: hevige pijn (o.a. in combo met morfine)

94
Q

oxycodon

A
semi-synthetisch derivaat van thebaïne
zuiver opioïde agonist
sterke mu-agonist
2x krachtiger dan morfine
meest gebruikte orale opioïd
95
Q

naloxon

A

semi-synthetisch derivaat van thebaïne
zuivere opioid antagonist
als antidotum bij een overdosis opioid agonisten om respiratoire depressie op te heffen (ook postpartaal voor neonaat)

96
Q

pethidine

A

synthetisch derivaat, fenylpiperidines

97
Q

fentanyl

A

synthetisch derivaat, fenylpiperidines
100x potenter dan morfine
bij PCA (pijnpomp), neuroleptanalgesie , intra-operatieve analgesie

98
Q

sufentanil

A

synthetisch derivaat, fenylpiperidines

99
Q

methadon

A

synthetisch derivaat
krachtige mu agonist, ook NMDA antagoniserende en monoaminerge werkinschmechanisme (5HT en NA reuptake inhibitie)
weinig first pass: p.o. mogelijk

substitutietherapie behandling vna opioidverslaving

100
Q

pentazocine

A
synthetisch derivaat, benzomorfan
gemengde agonist-antagonist
partiele agonist op kappa (en delta) R 
antagonist op mu R 
effecten via sigma R (dysforie)

indicatie: hevige pijn (niet bij pijn tgv hartinfarct)

101
Q

naltrexon

A

antagonist

bij alcoholverslaving ter ondersteuning van abstinentie

102
Q

methylnaltrexon

A

perifeer werkend zuiver opioid antagonist
bij therapieresistnete obstipatie veroorzaakt door chronisch gebruik van opioid agonisten
subcutaan

103
Q

pethidine/meperidine

A

niet meer op de markt, nog illegaal
vroeger bij korte chirurgische ingrepen ne bevallingen (korte werkingsduur)
toxisch metaboliet: non pethidine

104
Q

Piritramide

A

zuivere mu agonist
2/3de potentie van morfine
bij postoperatieve pijnbehandeling (parenteraal)

105
Q

loperamide

A

symptomatische behandeling van diarree.

106
Q

dextromethorfan

A

hoestremmend effect
werkt niet via opioid R, maar via een nog niet gekende R
bij hoest

107
Q

tramadol

A

zwakkere opioid
meest gebruikte analgetica
trap 2 analgeticum
zwakke, zuivere agonist van de mu R en zwakke inhibitor van NA en 5HT reuptake.

108
Q

tilidine

A
zwak opioid (1/10 tov morfine) 
enkel in vaste combinatie met de opioïd antagonist naloxon
109
Q

benzocaïne

A

lokaal anestheticum, ester

110
Q

chloorprocaïne

A

lokaal anestheticum, ester

111
Q

oxybuprocaïne

A

lokaal anestheticum, ester

112
Q

procaïne

A

lokaal anestheticum, ester

113
Q

proxymetacaïne

A

lokaal anestheticum, ester

114
Q

tetracaïne

A

lokaal anestheticum, ester

115
Q

articaïne

A

lokaal anestheticum, amide

116
Q

bupivacaïne

A

lokaal anestheticum, amide

117
Q

levobupivacaïne

A

lokaal anestheticum, amide

118
Q

lidocaïne

A

lokaal anestheticum, amide

119
Q

mepivacaïne

A

lokaal anestheticum, amide

120
Q

prilocaïne

A

lokaal anestheticum, amide

121
Q

ropivacaïne

A

lokaal anestheticum, amide

122
Q

triazolam

A

triazole-1,4-benzodiazepines

kortwerkend

123
Q

alprazolam

A

triazole-1,4-benzodiazepines

halflangwerkend

124
Q

midazolam

A

imidazole-1,4-benzodiazepine

kortwerkend

125
Q

diazepam

A

benzodiazepine

langwerkend

126
Q

nitrazepam

A

benzodiazepine

langwerkend

127
Q

flurazepam

A

benzodiazepine

langwerkend

128
Q

flunitrazepam

A

benzodiazepine
langwerkend
Rophynol

129
Q

oxazepam

A

benzodiazepine

halflangwerkend

130
Q

clonazepam

A

benzodiazepine
langwerkend
chronische behandeling van sommige vormen van epilepsie

131
Q

lorazepam

A

benzodiazepine

halflangwerkend

132
Q

clorazepaat

A

benzodiazepine

langwerkend

133
Q

nordazepam

A

benzodiazepine

langwerkend

134
Q

bromazepam

A

benzodiazepine

halflangwerkend

135
Q

clotiazepam

A

benzodiazepine

halflangwerkend

136
Q

loprazolam

A

benzodiazepine

halflangwerkend

137
Q

lormetazepam

A

benzodiazepine

halflangwerkend

138
Q

clobazam

A

benzodiazepine
langwerkend
chronische behandeling van sommige vormen van epilepsie

139
Q

prazepam

A

benzodiazepine

langwerkend

140
Q

ethylloflazepaat

A

benzodiazepine

langwerkend

141
Q

zolpidem

A
stoffen met analoge werking als benzos 
z-drugs
bindt op variante vd BDZ-site 
selectiever 
hypnoticum 
kortwerkend, onmiddellijk voor slapengaan
142
Q

zoplicon

A
stoffen met analoge werking als benzos 
z-drugs
bindt op BDZ-site 
hypnoticum 
30-60 min voor slapengaan
143
Q

zaleplon

A

stoffen met analoge werking als benzos
z-drugs
kortwerkend, juist voor bed

144
Q

flumazenil

A

benzodiazepine-antagonist
bindt op de BDZ site, veroorzaakt geen receptormodulatie
ZAM
competitieve agonist

vertoont ook licht anxiogene en proconvulsieve werking door residuele NAM effecten

bij beëindigen van pre-operatieve sedatie
behandeling van acute overdosis benzos (vooral nodig in combo met alcohol en/of andere centraal deprimerende middelen)

145
Q

promethazine

A

H1 receptor blokker
sedatieve werking
licht slaapmiddel
bij kinderen met slaapstoornissen tgv jeuk

146
Q

difenhydramine

A

H1 receptor blokker
sedatieve werking
licht slaapmiddel
bij kinderen met slaapstoornissen tgv jeuk

147
Q

hydroxyzine

A
H1 receptor blokker 
sedatieve werking 
licht slaapmiddel 
bij kinderen met slaapstoornissen tgv jeuk
QT verlenging
148
Q

Buspiron

A

5HT1-R agonist
selectief anxiolytica
bindt op de postsynaptische en presynaptische. Beter op de presynaptische waardoor remming van de serotonine vrijzetting.

149
Q

valeriaan

A

kruid

hypnogeen effect

150
Q

melatonine

A

hormoon dat geproduceerd wordt door de epifyse met circadiaans ritme

korte-termijnbehandeling van jetlag
korte-termijnbehandeling van slapenloosheid bij oudere patiënten