Deel 3 Flashcards

1
Q

Abdomin/abdomen

A

Buik

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Abdominaal

A

De buik betreffende

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Abdomino

A

Combinerende vorm buik

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Thorax

A

Borstkas

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Thoraco

A

Borstkas betreffende

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Thoraco/abdominale

A

Gebied tussen buik en borstkas

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Thoracaal

A

De borstkas betreffende

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Thoracotomie

A

Chirurgische opening van de borstkas

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Pectoraal

A

Borstkas betreffende

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Pectorale spieren

A

Spieren van de borstkas

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Agina pectoris

A

Beklemmende pijn op de borstkas

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Cyst

A

Urineblaas

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Cystitis

A

Blaas ontsteking

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Cyste/kyste

A

Blaasvormige holte gevuld met vocht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Ovariumkyste

A

Kyste in de eierstok

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Cystotomie

A

Chirurgische insnijding van de urine blaas

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Cystostomie

A

Chirurgische en blijvende uitmonding vervaardigen van de blaas

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Cystoplastiek

A

Chirurgisch vormherstel van de blaas

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Kysteus

A

Rijk aan kysten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Kysteuze mamma

A

Veel kysten in de borst

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

Cystokèle

A

Uitpuiling van de urineblaas

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

Cystectomie

A

Chirurgische verwijdering van de blaas

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

Kystectomie

A

Operatieve verwijdering van een kyste

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

Hydrocefalie

A

Waterhoofd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
Q

Ventrikels

A

Met vocht gevulde kamers in de hersenen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
26
Q

Hydrocefaal

A

Kind met een waterhoofd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
27
Q

Hydrofobie

A

Watervrees

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
28
Q

Hydrophobia/rabies

A

Hondsdolheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
29
Q

Hydrotherapie

A

Uitwendige toepassing met water

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
30
Q

Lumbaal

A

Lendenen betreffend

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
31
Q

Lumbago/lumbale pijn

A

Pijn in de lendenen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
32
Q

Lumbaalpuctie

A

Punctie tussen de 4e en 5e lumbale wervel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
33
Q

Thoracolumbaal

A

Borstkas en lendenen betreffend

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
34
Q

Os - oste

A

Bot

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
35
Q

Ossaal

A

Het bot betreffend

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
36
Q

Os pubis

A

Schaambeen/bot van de schaamstreek

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
37
Q

Pubes/pubis

A

Schaamstreek

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
38
Q

Pubisch

A

Schaamstreek betreffend

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
39
Q

Suprapubische

A

Boven de blaas gelegen in de blaasstreek

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
40
Q

Cystotomie

A

Incisie van de urineblaas

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
41
Q

Pelvis

A

Bekken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
42
Q

Os sacrum

A

Heiligbeen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
43
Q

Os ilium

A

Darmbeen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
44
Q

Os ischii

A

Zitbeen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
45
Q

Os pubis

A

Schaambeen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
46
Q

Pelvismetrie

A

Bekkenmeting

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
47
Q

Pelvioplastiek

A

Chirurgisch herstel van het bekken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
48
Q

Lumbosacraal

A

Betrekking hebbend op de lendenen en heiligbeen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
49
Q

Spina

A

Ruggengraat/doorn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
50
Q

Spinaal

A

Betreffende het ruggenmerg

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
51
Q

Spinalis

A

Ruggenmerg

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
52
Q

Spinosus

A

Doorn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
53
Q

Processus

A

Uitsteeksel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
54
Q

Processus spinosus/spinosi

A

Doornuitsteeksel van de wervelkolom

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
55
Q

Spinale zenuwen

A

Ruggenmerg zenuwen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
56
Q

Interspinaal

A

Tussen de doornuitsteeksels

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
57
Q

Craniotomie

A

Chirurgisch openen van het schedeldak

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
58
Q

Craniëctomie

A

Wegnemen van een deel van de schedeldak

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
59
Q

Cranioplastiek

A

Herstellen van de normale vorm van het schedeldak

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
60
Q

Craniaal

A

De schedel betreffende

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
61
Q

Nervi cranialis

A

Hersenzenuwen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
62
Q

Cerebrum

A

Grote hersenen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
63
Q

Cerebraal

A

De grote hersenen betreffend

64
Q

Craniocerebraal

A

Schedel en grote hersenen betreffend

65
Q

Cortex

A

Schors

66
Q

Cerebrale cortex

A

Hersenschors

67
Q

Corticaal

A

Betreffende de schors

68
Q

Cerebrale trombose

A

Stolsel vorming in een bloedvat van de hersenen

69
Q

Cerebrale embolie

A

Verstopping van een hersen bloedvat door een meegevoerde bloedprop

70
Q

Tumor cerebri

A

Tumor van de grote hersenen

71
Q

Commotio cerebri

A

Hersenschudding

72
Q

Contusio cerebri

A

Hersenkneuzing

73
Q

Cerebrospinaal

A

Heeft betrekking op de hersenen en het ruggenmerg

74
Q

Liquor cerebrospinalis

A

Hersen- en ruggenmergvocht

75
Q

Meningen

A

Hersen en ruggenmerg vliezen

76
Q

Meningitis

A

Hersen of ruggenmerg ontsteking

77
Q

Meningitis cerebralis

A

Hersenvliesontsteking

78
Q

Meningitis spinalis

A

Ontsteking van de ruggenmergslijmvliezen

79
Q

Meningitis cerebrospinalis

A

Ontsteking van de hersen en ruggenmerg vliezen

80
Q

Dura mater

A

Harde/buitenste hersenvlies

81
Q

Arachnoïdea

A

Spinnenwebvlies

82
Q

Pia mater

A

Zacht hersenvlies

83
Q

Meningococci/ meningokokken

A

Bacteriën van meningitis

84
Q

Meningitis epidemica

A

Nekkramp

85
Q

Pneumokokken

A

Veroorzaker van een longontsteking

86
Q

Cocci/coccus

A

Kok(ken)

87
Q

Diplokokken

A

Groeiend als paren

88
Q

Streptokokken

A

Groeiend als een ketting/kralensnoer

89
Q

Stafylokokken

A

Groeiend als een tros druiven

90
Q

Streptococcus viridans

A

Groenkleurig

91
Q

Streptococcus pyogenes

A

Ettervormend

92
Q

Straphylococcus aureus

A

Goudkleurig

93
Q

Stafylokokken

A

Veroorzakers van furunkels/steenpuisten

94
Q

Karbonkel

A

Negenoog

95
Q

Stafyloom/stafyloma

A

Druifachtige zwelling aan het oog

96
Q

Palatum

A

Gehemelte

97
Q

Uvula/stafylo

A

Huig

98
Q

Uvuloplastiek/stafyloplastiek

A

Chirurgische reconstructie van de huig

99
Q

Stafylitis/uvulitis

A

Ontsteking van de huig

100
Q

Stafylectomie/uvuloectomie

A

Verwijdering van de huig

101
Q

Pyo

A

Etter of pus

102
Q

Pyokèle

A

Met huid bedekte zakvormige uitstulping

103
Q

Streptococcus pyogenes

A

Ettervormend

104
Q

Pyogeen

A

Ettervormend

105
Q

Pyodermie

A

Aandoening van de huid met ettervorming

106
Q

Empyeen

A

Etterhoping in een natuurlijke lichaamsholte

107
Q

Pleura-empyeen

A

Ettervorming in pleuraholte

108
Q

Longabces

A

Ophoping van etter in weefsels

109
Q

Abces

A

Ettervorming in een niet bestaande holte

110
Q

Pyogeen

A

Ettervorming

111
Q

Rroe

A

Stoom
Vloed
Sterke afscheiding

112
Q

Pyorroe

A

Sterke afvloeiing van pus

113
Q

Diarree diarrhea

A

Dunne ontlasting

114
Q

Paronotalepyorroe

A

Ettervloed uit het tandbed

115
Q

Para

A

Naast

116
Q

Odont

A

Tand/kies

117
Q

Sialorroe

A

Overmatige speekselproductie

118
Q

Ororroe

A

Loopoor

119
Q

Otopyorroe

A

Loopoor met etter

120
Q

Oto

A

Oor

121
Q

Otitis

A

Oorontsteking

122
Q

Otitis media

A

Middenoorontsteking

123
Q

Otalgie/otodynie

A

Oorlijn

124
Q

Rinorroe

A

Loopneus

125
Q

Rino

A

Neus

126
Q

Rinitis

A

Neus(holte)ontsteking

127
Q

Rino/naso

A

Neus

128
Q

Odonto/dento

A

Tand of kies

129
Q

Cefalo/cranio

A

Schedel

130
Q

Encefalo/cerebro

A

Hersenen

131
Q

Pneumo/pulmono

A

Long

132
Q

Stafylo/uvulo

A

Huig

133
Q

Rinorroe

A

Neusholteontsteking

134
Q

Liquor cerebrospinalis

A

Hersen en ruggenmerg vloeistof

135
Q

Nasaal/nasalis

A

De neus betreffende

136
Q

Nasale klank

A

Door de neus klinken

137
Q

Nasale liquorrroe cerebro spinale rinoroe

A

Lekken van hersen en ruggenmergvloeistof door de neus

138
Q

Rinoplastiek

A

Chirurgische reconstructie van de neus

139
Q

Rinoscoop

A

Instrument waarmee het inwendige van de neus wordt bekeken

140
Q

Rinoliet

A

Steentje in de neus

141
Q

Lith/liet

A

Steen

142
Q

Lithogenese

A

Het ontstaan van stenen

143
Q

Lithiasis

A

Het hebben van stenen

144
Q

Iasis/psoriasis

A

Hebben van schifferingen/ chronische huidziekte

145
Q

Calculus nasalis/ rinoliet

A

Neussteen

146
Q

Calculi/lieten

A

Stenen

147
Q

Chole

A

Gal

148
Q

Choleliet

A

Galsteen

149
Q

Cholelithiasis

A

Aanwezigheid van galstenen

150
Q

Cholecyst

A

Galblaas

151
Q

Cholecystitis

A

Galblaasontsteking

152
Q

Cystitis

A

Urineblaasontsteking

153
Q

Cholecystoduodenumstomie

A

Vervaardiging van een kunstmatige uitmonding van de galblaas in de twaalfvingerige darm

154
Q

Icterus

A

Geelzucht

155
Q

Cholecystomie

A

Chirurgisch openen van de galblaas

156
Q

Cholecystectomie

A

Verwijderen van de galblaas

157
Q

Processus spinosus

A

Doornuitsteeksels