Deel 1 Flashcards

1
Q

Acro

A

Uitsteeksels

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Acro/mega/lie

A

Te grote lichaamsuiteinden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Cyano

A

Blauw

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Cyan/ose

A

Blauw zien

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Acro/cyan/ose

A

Zuurstofgebrek in lichaamsuiteinden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Dermat

A

Huid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Dermatose

A

Huidaandoening

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Dermat/itis

A

Huidontsteking

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Acro/dermat/itis

A

Ontsteking handen/voeten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Acute

A

Fel/scherp vaak van korte duur

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Chronische

A

Langdurig

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Toom-tomie

A

Snijden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Coupes

A

Dunne plakjes

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Ec/tom/ie

A

Uitsnijding

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Dermatoom

A

Instrument om huidlappen te snijden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Derm/ie

A

Toestand van de huid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Cyan/derm/ie

A

Blauwheid van de huid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Leuk

A

Wit

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Pigment

A

Huidkleurstof

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Paralyse

A

Verlamming

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

Acroparalyse

A

Verlamming van de uiteinden van ledematen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

Extremiteiten

A

Ledematen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

Cyto

A

Cel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

Logie

A

Leer/wetenschap

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
Q

Cytologie

A

Leer van de cellen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
26
Q

Leukocyt/leuko’s

A

Witte bloedcel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
27
Q

Differentiatie

A

Verschillende soorten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
28
Q

Erytro

A

Rood

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
29
Q

Erytrocyt

A

Rode bloed cel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
30
Q

Leukocytopenie

A

Gebrek aan witte bloedcellen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
31
Q

Entrycytopenie

A

Gebrek aan rode bloedcellen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
32
Q

Erytrodermie

A

Roodheid van de huid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
33
Q

Leukodermie

A

Witheid van de huid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
34
Q

Leukemie

A

Bloedkanker(witheid van de huid)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
35
Q

Leukocytose

A

Tijdelijke verhoging van de witte bloedcellen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
36
Q

Cardiomegalie
Megalecardie

A

Vergroting van het hart

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
37
Q

Valvulae

A

Kleppen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
38
Q

Valvula

A

Klep

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
39
Q

Tri/cuspidalis

A

Drieslippig

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
40
Q

Bi/cuspidalis

A

Tweeslippig

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
41
Q

Manie

A

Onbeheersbare neiging

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
42
Q

Megalo/manie

A

Grootsheidswaanzin

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
43
Q

Carditis

A

Hartontsteking

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
44
Q

Cardiologie

A

Leer van het hart

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
45
Q

Cardioloog

A

Hartspecialist

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
46
Q

Elektro/cardio/grafie

A

Registratie van de elektrische activiteit van het hart

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
47
Q

Elektro/cardio/gram

A

Resultaat van ecg

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
48
Q

Cardi/algie

A

Pijn in de hartstreek

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
49
Q

Cox/algie

A

Pijn in de heupstreek

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
50
Q

Tractus digestivus

A

Spijsverteringsstelsel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
51
Q

Ventriculus

A

De maag

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
52
Q

Gastritis

A

Maagontsteking

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
53
Q

Tractus

A

Stelsel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
54
Q

Gastro/tomie

A

Insnijding van de maag

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
55
Q

Tomie

A

Insijding

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
56
Q

Incisie

A

Snijden/openen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
57
Q

Gastr/ectomie

A

Verwijdering van de maag

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
58
Q

Excisie

A

Uithalen/iets wegnemen/wegsnijden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
59
Q

Extirpatie

A

Uithalen/iets wegnemen/wegsnijden

60
Q

Resectie

A

Uithalen/iets wegnemen/wegsnijden

61
Q

Ectomie

A

Uithalen/iets wegnemen/wegsnijden

62
Q

Duodenum

A

Twaalf-vingerige darm

63
Q

Gastro/duodenum/stomie

A

Het maken van een kunstmatige uitmonding van de maag in het duodenum

64
Q

Stomie

A

Maken van een nieuwe opening

65
Q

Pylorus

A

Uitgang van de maag

66
Q

Pylorotomie

A

Incisie van de maaguitgang

67
Q

Pylorospasme

A

Kramptoestand van de pylorus

68
Q

Duodenitis

A

Ontsteking van de twaalfvingerige darm

69
Q

Duodenaal

A

Betreffende de twaalfvingerige darm

70
Q

Duodenale sondage

A

Slangetje inbrengen in de twaalfvingerige darm

71
Q

Cardiaal

A

Betreffende het hart

72
Q

Gastrostomie

A

Kunstmatige uitmonding maken van de maag

73
Q

Encefalitis

A

Hersenontsteking

74
Q

Hyper

A

Teveel,overmatig boven normaal

75
Q

Hyper/tensie

A

Hoge bloeddruk

76
Q

Hyper/emesis

A

Buitensporig braken

77
Q

Hyper/trofie

A

Het te dik zijn(spier)

78
Q

Pylorushypertrofie

A

Verdikking van de pylorusspier

79
Q

Hypertrofiëren

A

Verdikken

80
Q

Hypertrofisch

A

Verdikt zijn

81
Q

Hypotrofie

A

Spieren die onvoldoende gevoed zijn

82
Q

Hypotrofisch

A

Onvoldoende spiergebruik

83
Q

Hypogastrium

A

Gebied onder de maag

84
Q

Hyper verser hypo

A

Bovenmatig versus onvoldoende

85
Q

Adeno

A

Betrekking op klieren

86
Q

Adenitis

A

Klierontsteking

87
Q

Adenectomie

A

Verwijdering van een klier

88
Q

Adenoom/adenoma

A

Kliergezwel

89
Q

Adenopathie

A

Ziekte van een klier

90
Q

Tumor

A

Gezwel

91
Q

Lipo

A

Vet

92
Q

Lipoom

A

Vetgezwel

93
Q

Adenolipoom

A

Gezwel bestaat uit klier en vetweefsel

94
Q

Cyanoderma

A

Blauwheid van de huid

95
Q

Cyanose

A

Abnormale toestand van blauwe verkleuring

96
Q

Huidontsteking

A

Dermat/itis

97
Q

Blauwheid van de vingers en tenen

A

Acro/cynan/ose

98
Q

Witte vlekken van de huid

A

Leukodermie

99
Q

Verlamming van handen/voeten

A

Acro/paralyse

100
Q

Wit bloedlichaampje

A

Leukocyt

101
Q

Rood bloedlichaampje

A

Erytrocyt

102
Q

Bloedkanker

A

Leukemie

103
Q

Tijdelijke verhoging van de witte bloedcellen

A

Leukocytose

104
Q

Hartvergroting

A

Cardimegalie

105
Q

Operatieve verwijdering van de maag

A

Gastrectomie

106
Q

Uitsnijding verwijdering 4 termen

A

Ectomie
Excisie
Extripatie
Resectie

107
Q

Insnijding van de poortwachter

A

Pylorotomie

108
Q

Maken van nieuwe uitmonding maag

A

Gastrostomie

109
Q

Buitensporig braken

A

Hyperemisis

110
Q

Gezwollen zijn van de spieren

A

Hypertrofie

111
Q

Gebied onder de maag

A

Hypogastrium

112
Q

Vena cava superior

A

Bovenste holle ader

113
Q

Ateria pulmonalis dextra

A

Takken van rechter longslagader

114
Q

Venae pulmonales

A

Longaders

115
Q

Valvulae semilunares arotae

A

Aortakleppen

116
Q

Septum

A

Tussenschot tussen 2 ruimtes

117
Q

Valvulae semilunares arteriae pulmonales

A

Kleppen van de longslagader

118
Q

Rechterboezem

A

Aterium dextrum

119
Q

Vena coronaria

A

Inmonding van een kransader

120
Q

Valvulae triscupidalis

A

Drieslippige klep

121
Q

Ventriculus dexter

A

Rechterkamer

122
Q

Vena cava inferior

A

Onderste holle ader

123
Q

Aorta

A

Lichaamsslagader

124
Q

Septum

A

tussenschot tussen 2 ruimtes

125
Q

Ventriculus sinister

A

Linker hartkamer

126
Q

Valvulae bicuspidalis

A

Tweeslippige klep

127
Q

Artium sinistrum

A

Linker boezem

128
Q

Arteria pulmonalis sinistra

A

Linker longslagader

129
Q

Arcus aortae

A

Aortaboog

130
Q

Oesophagus

A

Slokdarm

131
Q

Cardia/cardio

A

Mond van de maag

132
Q

Ventriculus/gastro

A

Maag

133
Q

Pylorus

A

Poortwachter

134
Q

Ductus choledochus

A

Extrahepatische galafvoergang

135
Q

Vesica fellae

A

Galblaas

136
Q

Hepar/ hepato

A

Lever

137
Q

Pancreas

A

Alvleesklier

138
Q

Jejunum/jejuno

A

Nuchtere darm

139
Q

Ileum/ileo

A

Laatste deel dunne darm

140
Q

Caecum/ceco

A

Blinde darm

141
Q

Appendix/appendico

A

Wormvormig aanhangsel

142
Q

Colon ascendens

A

Opstijgende deel dikke darm

143
Q

Colon transversum

A

Dwarslopende deel dikke darm

144
Q

Colon descendens

A

Afdalende deel dikke darm

145
Q

Colon sigmoideum

A

S vormige darm

146
Q

Rectum/procto

A

Endeldarm

147
Q

Diaphragma

A

Middenrif