College 6: Kenmerken van mensen met een verstandelijke beperking Flashcards

1
Q

Hoe kan je ervoor zorgen dat er goede zorg wordt geboden?

A

Ondersteuning moet ervoor zorgen dat de kwaliteit van leven zo optimaal mogelijk is
–> maar ook voor de omgeving/verwanten moet gezorgd worden

Soms is er veel aan de hand waarop een selectie gemaakt moet worden. Er moet gekeken naar de dingen die wel veranderd kunnen worden (verklaringsanalyse)

Bij een vertraagde ontwikkeling *SIMILAR SEQUENCE HYPOTHESIS zijn er wel gelijke mijlpalen te behalen

Bij een afwijkende ontwikkeling moet in kaart worden gebracht hoe de ontwikkeling op dat gebied gaat.

*SIMILAR STRUCTURE = vaardigheden worden op dezelfde manier geleerd maar niet op alle domeinen
er moet gekeken worden vanuit een DOMEINBENADERING (welk domein wel, welk domein niet)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is het syndroom van Williams?

A

erfelijke aandoening waarbij kinderen een ontwikkelingsachterstand hebben, hartafwijkingen en typische uiterlijke kenmerken.
wordt altijd bij Apgar-score gezien vanwege moeilijk ademen -> leidt tot meer onderzoeken waaruit blijkt dat kinderen met dit syndroom meer verkalkingen hebben in het lichaam (en dus ook het brein) = *HYPERCALCEMIA

*hyperacusis = overgevoeligheid voor geluiden in omgeving.

*Failure to thrive: Ze krijgen nauwelijks zuurstof, ontwikkelen zich dus niet goed en behalen ontwikkelingsmijlpalen niet.

*gem. IQ 60 - normaalverdeling rondom een ander gemiddelde

*duidelijke problemen in taal, motoriek en visuo-spatiele vaarigheden

*cocktailspeech = vaak goed en veel praten maar taalbegrip is zwak. Veel overvraging vanwege het vele praten. Lijkt in zekere zin op een hogere vorm van echolalia. Daardoor veel overvraagt omdat het lijkt alsof ze het begrijpen.

*vertraagde ontwikkeling ook van invloed op sociaal-emotionele en psychische ontwikkeling.
–> aangeleerde hulpeloosheid (overbeschermende ouders)
–> positive reaction tendency (te afhankelijk van volwassenen)
–> negative reaction tendency (achterdochtig/teruggetrokken)
–> outerdirectedness (oplossingen buiten zichzelf zoeken)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat kan er gezegd worden over adaptieve vaardigheden van mensen met VB

A

*betekenis = het uitvoeren van de dagelijkse activiteiten die nodig zijn voor persoonlijke en sociale zelfredzaamheid

*staan meer onder invloed dan cognitieve vaardigheden. Men gaat er vanuit dat deze vaardigheden gelijklopen maar achterstand in een van de twee duidt op een probleem.

*adaptief gedrag is leeftijdgerelateerd, gedefinieerd door normen van anderen en cultureel bepaald

veel gebruikte domeinen van/instrumenten die gebruikt worden om dit te meten in de ontwikkeling zijn:
- motoriek
- zelfredzaamheid
- socialisatie
- communicatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Hoe zit het met de motorische ontwikkeling van mensen met een verstandelijke beperking?

A

verschillend
- nauwelijks vertraagd (relatieve sterkte)
- In evenwicht met de rest van het functioneren (vertraagd)
- andersoortige ontwikkeling syndroomspecifiek, als gevolg van cerebrale parese
Bv. Downsyndroom

Lastig als een kind motorisch wel goed is ontwikkeld maar op andere vaardigheden nog niet, want wil wel ontdekken maar niet de vaardigheden om het te redden in deze wereld

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Hoe zit het met communcatieontwikkeling van mensen met een verstandelijke beperking

A

Verschilt ook weer per syndroom maar voorbeelden:
- Downsyndroom: vergrote tong en zwakke mondmotoriek waardoor communicatie op dat vlak verminderd is. Wel communicatiedrang dus dan gebarentaal en normale spraak aangeleerd

  • Williams syndroom: hebben hyperacusis en cocktail speech wat ondersteund kan worden met plaatjes
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Hoe zit het met sociaal-emotionele ontwikkeling van mensen met een verstandelijke beperking

A

Loopt in eerste maanden parallel aan communicatie-ontwikkeling. Gaat om het reageren wat anderen doen –> gebrabbel ouders reageren hierop.
Kinderen kunnen goed geluiden namaken, maar dit is niet altijd communicatie

pre-intentioneel niveau: reflexief, begrip dat iets symbool ergens voor kan staan
- intentioneel niveau: begin van de communicatie
- referentie-niveau: begin-symboolvorming

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Hoe zit het met affectieve ontwikkeling van mensen met een verstandelijke beperking

A

*DIRECT
= imitatie gezichtsuitdrukking
*3 MAANDEN
= gepaste reacties op de emoties van de verzorger
*7 MAANDEN
= verschillende reacties op verschillende emoties van anderen
*12 MAANDEN
= betekenisverlening aan emoties. Ze hebben de woorden er dan nog niet voor, maar weten wel wat ze ermee moeten doen. Hier is gevoel van veiligheid afhankelijk van –> visual cliff experiment, minder bij angstige kinderen

Bij EVMB is exploreren amper te zien. Reacties uit omgeving ook minder terwijl dit eigenlijk nadelerig werkt.
als kinderen minder reageren moeten ouders eigenlijk meer doen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Hoe zit het met schoolontwikkeling van mensen met een verstandelijke beperking

A

problemen met het verwerven van:
- schoolse vaardigheden
- conceptualisering
- begripsvaardigheden
- functionele vaardigheden

in kaart gebracht worden door
- gestandaardiseerde instrumenten
- informatie uit de omgeving
- observaties

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Hoe zit het met comorbiditeit bij VB

A

*Naarmate het niveau lager is, verhoogt het risico op comorbiditeit

Dosen: “gedrag wordt niet alleen bepaald door de omgeving en de organische factoren, maar is het resultaat van de interactie tussen een biologisch bepaalde persoon en een persoon met zijn unieke ervaringen met de sociale en materiele omgeving”

Heijkoop: vastgelopen mensen. Men maakt de omgeving zo ingewikkeld en dat duurt zo lang dat mensen een gegeven moment niets anders hebben dat het gedrag om te laten zien dat het niet lukt en ze het niet begrijpen

wanneer iets probleemgedrag is kan bepaald worden afhankelijk van een norm

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Prevalentie van gedragsproblemen

A

8% zelfverwonding
12% agressie
9% destructief gedrag
18% sociaal storend gedrag
37% sterotiep gedrag ??
24% aanstootgevend gedrag
20% teruggetrokken gedrag
33% uitdagend gedrag

CCE organisatie waar je kan aanmelden voor moeilijke casussen.

Nieuwe richtlijn probleem diagnostiek uitgebracht
- hoe ziet het gedrag eruit en hoe wordt het beleefd
- welke betekenis geeft men aan het gedrag en welke belangen en behoeften zijn hieraan gerelateerd?
- prevalentie van het gedrag
- levert het gedrag ernstig nadeel op
- vermoeden dat somatische/psychische problemen de aanleiding
- beschermende factoren

schadecriterium
- gevaar voor persoon zelf
- gevaar voor omgeving
- gedrag belemmert leerproces

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Geeft een voorbeeld van adaptieve vaardigheden aan de hand van het Syndroom van Down

A

Kinderen met DS hebben een tragere start maar maken wel een ontwikkelingssprong op het moment dat ze taal gaan leren. Wel stopt de ontwikkeling op 12-jarige leeftijd, maar dat wil niet zeggen dat er geen vaardigheden aangeleerd kan worden. Het moeten alleen vaardigheden zijn die op hetzelfde niveau zijn die ze al hebben en niet van hogere cognitieve waarde.

hier kan op worden ingespeeld door de omgeving. De motorische ontwikkeling blijft achter, maar vooral communicatieve vaardigheden waar ze wel veel mee kunnen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly