College 5: Zintuigbeperkingen en de invloed op onderwijs en opvoeding Flashcards
Hoe kan er gekeken door middel van het ICF-model naar zintuigbeperkingen?
Eenzelfde afwijking kan bij verschillende mensen een andere uitkomst hebben
-> persoonlijke factoren (hoe gaat iemand om met tegenslagen)
-> externe factoren (aanbieding vanuit de omgeving)
vanuit daar een afweging maken of er sprake is van een stoornis (eigenschappen), beperking (activiteiten) of handicap (participatie)
Waar kunnen problemen ontstaan in de zintuigen?
Er kan sprake zijn van een probleem aan de zintuigen zelf of de verwerking ervan.
Er kan onderscheid gemaakt worden tussen:
*INPUT
= waar het binnenkomt, zintuigen zelf
*VERWERKING
= taal, emotie, geheugen en aandachtstoornissen
*OUTPUT
= motoriek, coordinatie en praxie
is altijd in een driehoeksverhouding
er kan afwijking zijn in deze drie systemen of in de wittestof banen van het brein
Wat is de perceptuele cyclus van Goldstein
perception –> recognition –> action –> distal stimulus (distant stimulus) –> proximal stimulus (approxiate stimulus dus dichtbij) –> transduction transport naar verwerking –> processing
Hoe ziet het met zintuigbeperkingen op het gebied van: smaak en geur
eerste zintuigen die ontwikkelen
detecteren van gevaar doen baby’s deels op tast, last van structuur in het eten maar kan verholpen worden door tegelijkertijd iets lekkers aan te bieden
voorste smaakgebieden ontwikkelen als eerste. Zoet –> Zout –> Zuur –> Bitter
mensen met epilepsie kunnen soms last hebben van hallucinaties op het gebied van reuk- en smaak. = smaakgewaarwordingen
Hoe ziet het met zintuigbeperkingen op het gebied van: visus
Het visuele systeem ontwikkelt zich relatief laat
- Cortical Visual Impairment (CVI): ogen zijn in orde maar perceptuele verwerking niet.
- Delayed Visual Maturation (DVM)
= vertraging in de ontwikkeling van de visie, waarvan de oorzaak onbekend is. Vaak gezien bij kinderen met VB
Het kan ook in de input misgaan:
- Functie van het oog (troebel zien, retina/lichtinval problemen, lensproblemen, zenuwproblemen)
- oogbewegingen (oog met parese/lui oog, corticale blikverlamming dus maar stukje van de oogbeweging maken, trillende oogbewegingen en belemmering in optisch systeem)
- diepteproblemen
- functie (tractus opticus) van de baankruising, baankruising (Chiasma). Informatieverwerking van de linker- en rechterhersenhelft
- Hemianopsie = halfzijdige blindheid, maar in 1 deel blind
- functie van optische cortex - agnosie, links wel beschrijven maar niet benoemen, deel van de visie werkt niet.
optische gnosis = betekenis geven aan het totaalbeeld. Bij problemen kan er sprake zijn van agnosie.
Wat is de definitie van een visuele beperking?
krapper, alleen gekeken naar gezichtsveld en gezichtsscherpte. De mate van handicap wordt pas aangegeven nadat het optimaal gecorrigeerd is
<10% zien is iemand blind
overigens zijn mensen nooit helemaal blind, het brein maakt nog wel visuele prikkels aan waardoor er kleurenvlekken zijn
onder kinderen neemt het aantal blinden af vanwege hygienischere omstandigheden
wat zijn de gevolgen van kinderen met een visuele beperking?
- problemen met de gezichtsherkenning
afstand inschatten, oog/handcoordinatie - sociaal-emotionele ontwikkeling. Lastiger om een vertrouwensband mee op te bouwen. Geen sociale expressie herkennen. Joint attention. Oogcontact. Beperkte exploratie
- communicatie - echolalie of problemen met perspectiefneming.
Woorden nazeggen maar geen betekenis = echolalie. - blindismen; fladderen, oogboren en hoofdschudden. Vaak verward met ASS daarom diagnose ASS later pas stellen en voorzichtig hierbij zijn
Als er geen bijkomende problemen zijn is de achterstand rond de schoolleeftijd verdwenen want er is compensatie opgetreden en ontwikkeling neemt weer toe
Wat voor input-stoornissen zijn er voor gehoorproblemen?
*GELEIDINGSDOOFHEID
= vocht in de oren. Ziekte van het middenoor. Bij doofheid is de ontwikkeling van de gehoorgang niet gebeurd. Kan invloed hebben op de taalontwikkeling. Risico is bv. veel oorontstekingen te hebben gehad
*PERCEPTIEDOOFHEID/CENTRALE DOOFHEID
Het komt niet binnen, gehoorverlies door aandoening in het binnenoor of gehoorzenuw.
Welke vormen van gehoorverlies zijn er?
*PERCEPTIEVE VERLIEZEN
= opvangen van prikkels
*GELEIDINGSVERLIEZEN
= vocht in de oren waardoor kinderen buisjes krijgen om dat vocht eruit te leiden
*GEMENGD VERLIES
= combi van beiden
Welke oorzaken van problemen met het gehoor zijn er?
- genetisch 50% familiale aanleg, autosomaal recessief
- factoren rond geboorte: ziektes/vroeggeboorte
- infecties
- associatie met VB (zoals SD)
- Ziektes van het oor
sterke toename van gehoorproblemen door geluid van de omgeving
hulpmiddelen als Cochleair Implant en gehoortoesellen
Wat is een communicatiestoornis?
vertraagde ontwikkeling of van specifieke afwijkingen wat gevolgen heeft voor het kind.
Communicatie = gedrag dat verandering teweegbrengt in het gedrag, de cognitie, of de emotie van een ander.
- expressieve communicatie
= wat kan een kind uitten - receptieve communicatie
= wat het kind kan begrijpen
taal is een van de systemen, voor anderen ook te begrijpen dus een CONVENTIONEEL SYSTEEM
Wat zijn alternatieve communicatiemethoden?
- motorisch-visueel: gebaren
- grafisch-visueel: pictogrammen, foto’s en woordbeelden
- ruimtelijk-tactiel: braille en voorwerpen
- akoustisch-auditief
Hoe ziet de ontwikkeling van communicatie eruit?
*PRE-INTENTIONEEL
- reflexief 0-3m
niet doelbewust. Wordt geinterpreteerd door ouders wat leidt tot responsief gedrag vanuit ouders.
- reactief 3-6m
nog steeds niet doelbewust maar kind leert wel dat er reactie komt vanuit ouder. - proactief 6-9m
actief vocaliseren (brabbelen bv.). Begin van intentionele fase.
*INTENTIONEEL
- primitief: 9-12m
specifieke signalen hanteren om behoeften duidelijk te maken (kan nog alleen voor bv. moeder duidelijk zijn)
- conventioneel 13+ m taalontwikkeling start. Gebruik van conventionele vormen van communicatie die voor ‘iedereen’ begrijpbaar is
Welke componenten heeft communicatie?
- Gehoor (receptief/expressief)
- Spraak (articulatie/stem)
- Taal (vorm/functie)
- vloeiendheid (ritme/tempo/nadruk)
Bij welke beperkingen komen de meeste communicatieproblemen voor?
- auditieve beperking
- ass
- VB (vertraagd)
- spraak- en taalstoornissen
- ernstige sociaal-emotionele problemen