College 5 Graft versus host disease 1 Flashcards
welke twee vormen van afstoting kan bij orgaantransplantie en bij SCT?
Orgaan: HVGD
SCT: HVGD en GVHD
En Graft vs ziekte effect
Welke reactie komt het vaakst voor bij allo-SCT?
Vooral GVHD
Waarom doen we de voorbehandeling bij allo-SCT?
Om HVGD te voorkomen (afweer plat)
Wat is kenmerkend over het beenmerg na allo-SCT?
Overgenomen van donor
- andere bloedgroep
- ander cytogenetica profiel
Welke cellen worden meegegeven bij SCT? Wat is het effect van deze cellen?
- HSC –> herstel hematopoeiese
- T-cellen: GVHD (en ziekte)
- NK-cellen: GVHD (en ziekte)
Wanneer doen we auto-SCT en wat hoeft hier niet?
- Om patient met een hoge dosis chemo te kunnen behandelen
- geen conditionering –> geen afstotingsreacties
Waardoor komt GVHD?
- T-lymfocyten: mn CD4
EN
- NK-cellen
- Tk-cellen (CD8)
- APC van de DONOR
wat zijn de drie voorwaarden voor GVHD?
- transplantaat bevat immuun competente T-cellen
- Donor en ontvanger zijn HLA-incompetibel (dus alleen bij Allo-SCT, behalve bij 1-eiige tweeling)
- ontvanger is immuundeficient (bvb door ziekte, cytostatica, RT)
Wat is een gen, allel en locus?
Gen: stukje chromosoom dat codeert voor 1 erfelijke eigenschap
Locus: plaats op waar een gen op een chromosoom ligt
Allel: bepaalde variant/versie van een gen
wat is het haplotype?
= combinatie van HLA-genen op 1 chromosoom (chr 6)
Wat speelt een rol bij de enorme variatie in HLA tussen mensen?
- polygenie
- polymorfisme
- co-dominantiew
wat is haploidentiek?
Als men voor de helft (dus 1 chromosoom) identiek is
Hoe groot is de kans dat een broer of zus exact hetzelfde HLA heeft? is er dan geen afstoting?
25%
Ook niet HLA-genen spelen een rol dus er kan nog steeds afstoting optreden
Wat zijn kenmerken van HLA-1 en HLA-2?
HLA1:
- peptiden van 8-11 AZ
- aan CD8+
- A. B en C
- intracellulair Ag
- alle kernhoudende cellen
HLA2:
- Peptiden van 9-30 AZ
- aan CD4+
- DQ, DP en DR
- extrecellulaire Ag
- APCs
wat is alloreactiviteit?
= herkennen van vreemd MHC op APC en de reactie hierop
welke twee vormen van Alloreactiviteit zijn er?
- Direct: T-cel herkent lichaamsvreemd MHC van de donor dat op het oppervlak van een APC van de donor zit
= snelle en krachtige alloreactie (beide kanten afstoting) - Indirect: ontvanger APC presenteert met eigen MHC een vreemd MHC van donor aan de T-cel
= minder krachtig en bij kleinere verschillen
Hoeveel van de T-cellen zijn alloreactief?
1-10%
In welke situaties kan GVHD optreden?
- orgaantransplantatie: vn van dunne darm (omdat hierin actieve IC zitten)
- bloedtransfusies bij
a) neonaten
b) immuundeficiente patienten
c) Patienten die worden behandeld met (hoge) dosis cytostatica
–> wel leukodepletie
DOEN: bestralen bloedproduct voordat naar patient –> DNA gaan ten onder –> waardoor DNA-houdende cellen dood gaan (dus niet de erytrocyten) - allo-SCT
Een patste krijgt een transplantatie en heeft een volledige match met de donor. Zal hier een afstotingsreactie optreden en wat doen we hiermee?
Ja door non-MHC genen
Niks want willen juist vanwege anti-ziekte effect