1
Q

Mate waarin onszelf willen beschouwen (zelfwaardering)

A

goed
competent
beschaafd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

cognitieve dissonantie wordt veroorzaakt door…

A

gevoel of overtuiging -> gedrag/keuzes

overtuiging -> attitude

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

The self -> actual self

A

Ideal self (negatieve effective concequenties)
- unhappiness
- dissappointment
- dissatisfaction
- self-dislike

Ought self
- fear
- anxiety
- personal inadequacy

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

effect verkeerde keuze

A

verkeerde keuze -> dissonantie -> postdecision dissonance

Gekozen aantrekkelijker maken

verlagen aantrekkerlijkheid verworpen alternatief

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

3 redenen waarom lowballing werkt

A
  1. aan betaling illusie van omkeerbaarheid
  2. gevoel van verbintenis -> anticipatie op opwindende gebeurtenis getriggerd
  3. uiteindelijke prijs maar klein beetje lager
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

grote straf/beloning

A

-> externe rechtvaardiging -> tijdelijke verandering

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

kleine straf/beloning

A

-> interne rechtvaardiging -> blijvende verandering

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Slechte daden

A

Dehumaniseren van vijanden

Rechtvaardigen van wreedheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Dehumaniseren van vijanden

A

ZELFRECHTVAARDIGING
- Joden (‘unter menschen’)
- Tutsi’s (kakkerlakken)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Rechtvaardigen van wreedheid

A
  • andere klieren
  • schuld bij andere leggen
  • escalatie van geweld
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Effect negatief zelfbeeld

A

-> lage zelfwaardering -> immoreel of negatief gedrag consistent - nauwlijk/geen dissonantie
WANT botst niet, je denkt al negatief

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Zelfbevestigingstheorie

A
  • geen verband met bedreiging
  • negatief in stand houden
  • omgaan bedreiging van het zelf (stereotype bedreiging)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

selectief omgaan met informatie

A
  • geloofwaardige argument eigen kamp onthouden
  • ongeloofwaardige argumenten van tegenstander onthouden (ipv sterke punten van tegenstander onthouden)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly