College 1 en 2 Flashcards

1
Q

Wat houdt het legaliteitsbeginsel in?

A

Alles wat de overheid doet, moet gebaseerd zijn op de wet, nieuwe wetten mogen niet met terugwerkende kracht worden toegepast

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

wat is een waterschap?

A

overheidsorgaan dat zorgt voor de beheer van het water in een bepaald gebied.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat houdt het specialiteitsbeginsel in?

A

de overheid moet zich alleen bezighouden met de belangenbehartiging zoals in de wet omschreven.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Welke drie B’s staan centraal in het bestuursrecht?

A

Bestuursorgaan, belanghebbende, besluit.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Waarom zijn de drie B’s zo belangrijk?

A

Je hebt pas met publiekrecht te maken als het gaat om een bestuursorgaan dat een besluit neem en jij bent belanghebbende bij dat besluit.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Er zijn 2 type bestuursorganen, welke zijn dit en wat zijn de verschillen?

A
  • A organen: rechtspersonen die wegens publiekrecht zijn ingesteld (het moet in de wet staan, bijv. burgermeester)
  • B organen: andere personen/ college met enig openbaar gezag
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is een belanghebbende?

A

Iemand wiens belang rechtstreeks bij een besluit betrokken is. Bestuursorganen en rechtspersonen kunnen ook belanghebbende zijn.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Welke criteria zijn er om belanghebbende te zijn en wat houden ze in?

A
OPERA
O: objectief bepaalbaar
P: persoonlijk belang 
E: eigen belang
R: rechtstreeks belang
A: Actueel belang
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Aan welke drie voorwaarden moet een besluit voldoen?

A
  • Schriftelijke beslissing
  • Gemaakt door een bestuursorgaan
  • Inhoudelijk moet het gaan om een publiekrechtelijke rechtshandeling
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Welke 2 soorten besluiten zijn er en wat houden ze in?

A
  • Beschikking

- Besluit van algemene strekking

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat houdt lex positivo in?

A

Als het bestuursorgaan niks van zich laat horen en er daarom vanuit wordt gegaan dat de vergunning is verleend –> een van rechtswege fictieve beschikking

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Op welke drie manieren kan een bevoegdheid ontstaan? en wat houdt het in?

A
  • Attributie: het creëren en toekennen van een nieuwe bevoegdheid
  • Delegatie: ene bestuursorgaan draagt zijn bevoegdheid over aan een ander (verantwoordelijkheid ligt bij de nieuwe persoon)
  • Mandaat: bestuursorgaan machtigt een ander om een bevoegdheid uit te oefenen (verantwoordelijkheid ligt bij de oude persoon)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat houdt doorzendplicht in?

A

Als een bestuursorgaan een aanvraag ontvangt die eigenlijk voor een ander bedoeld is, dan hoort hij dit zelf door te sturen naar het juiste bestuursorgaan.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Welke 2 procedures kan een bestuursorgaan volgen volgens de AWB?

A
  • Reguliere voorbereidingsprocedure (standaard): alleen bij beschikkingen, beslistermijn is 8 weken en verlenging met een redelijke termijn
  • Uitgebreide voorbereidingsprocedure: alleen bij besluiten. Deze procedure is alleen van toepassing als dit in de wet zo is bepaald of als een bestuursorgaan dat heeft besloten. Beslistermijn is 6 maanden en kan met een redelijke termijn worden verlengt.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Welke 2 beginselen voor behoorlijk bestuur zijn er?

A
  • materieel: kijkt naar de inhoud

- formeel: kijkt naar de procedure

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Welke drie voorwaarden zijn er om recht te hebben op nadelencompensatie?

A
  • bestuursorgaan heeft rechtmatig opgetreden
  • er is een causaal verband
  • de schade moet abnormaal zijn
17
Q

Wat is handhaving?

A

Erop toezien dat burgers zich aan de wet houden en optreden als zij dit niet doen

18
Q

Welke 2 vormen van handhaving zijn er? Wat houden ze in?

A
  • preventieve handhaving: voorkomen van overtredingen

- repressieve handhaving: corrigeren van overtredingen –> bestuurlijke sanctie

19
Q

Welke vormen van preventieve handhaving worden het meeste gebruikt?

A
  • burgers op de hoogte brengen van hun rechten en plichten

- goed gedrag stimuleren, bijv. door subsidies

20
Q

Welke vormen van bestuurlijke sanctie zijn er?

A
  • herstelsanctie

- bestraffende sanctie (boete)

21
Q

Welke 2 soorten herstelsancties bestaan er? wat houden ze in en wat zijn de verschillen?

A
  • last onder bestuursdwang
  • last onder dwangsom

bij last onder bestuursdwang moet de overtreder de overtreding ongedaan maken, doet hij dit niet, dan doet het bestuursorgaan het zelf op kosten van de overtreder. Bij last onder dwangsom moet de overtreder een dwangsom betalen als hij het niet nakomt.

22
Q

Wat houdt het beginsel tot handhaving in?

A

bestuursorgaan gebruikt zijn bevoegdheid om te handhaven, tenzij dit niet redelijk is.

23
Q

Wat is een subsidie?

A
  • Aanspraak op financiële middelen
  • door een bestuursorgaan verstrekt
  • met het oog op bepaalde activiteiten van de aanvrager.
  • subsidies worden verleend door middel van een aanvraag en een beschikking van het bestuursorgaan.